Boxtel, Het Klaverblad, Gemeente Boxtel (NB.). Inventariserend Veldonderzoek Proefsleuven.

In een plangebied aan de weg Het Klaverblad te Boxtel, gemeente Boxtel (provincie Noord-Brabant) is de nieuwbouw van een woning gepland. De bodem van het daartoe beoogde terrein bestaat uit een hoge zwarte enkeerdgrond op een dekzandrug. In 2012 is door BAAC een archeologisch karterend booronderzoek uitgevoerd in plangebied 'In Goede Aarde' (Voeten 2012). Hierbij is in elk van de zes deelgebieden een grondboring uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan werd geadviseerd om een inventariserend veldonderzoek middels proefsleuven te laten uitvoeren op een drietal locaties. De locatie Het Klaverblad is één van deze locaties. Voor dit proefsleuven- onderzoek is door Van der Weele en Kortlang van ArchAeO een Programma van Eisen (PvE) opgesteld, dat in juni 2014 door drs. F.P. Kortlang van ArchAeO voor de gemeente Boxtel is goedgekeurd (Van der Weele & Kortlang 2014). Het voorliggend onderzoek is uitgevoerd op basis van dat PvE. Het veldwerk voor het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd op 25 juni 2014. Conform het PvE zijn twee werkputten van 20 x 4 meter en 25 x 4 meter aangelegd en zijn aan de noordoostzijde van één ervan uitbreidingen gegraven (werkputten 3 en 4). In totaal is daarmee een oppervlak van 233 m2 gedocumenteerd van het in totaal 1.443 m2 grote plangebied (16,1 procent). Tijdens het veldwerk zijn in het gedocumenteerde vlak 50 archeologische grondsporen en 5 natuurlijke verstoringen waargenomen. De meeste sporen bevinden zich in het zuidelijke deel van het plangebied. De sporen zijn voornamelijk paalgaten, zowel rond als vierkant van vorm. Dateerbaar materiaal wijst op een nederzetting uit de periode veertiende tot vijftiende eeuw. Er zijn ook sporen van latere akkerbewerking uit de nieuwe tijd opgegraven (eslaag of plaggenlaag en esgreppels). Gebaseerd op de resultaten van het veldwerk is een archeologische waardebepaling voor de locatie opgesteld. Hieruit blijkt dat het zuidelijke deel behoudenswaardig is en het noordelijke deel niet (zie Appendix IX). Ons advies is om het terrein ten noordoosten van de groene lijn vrij te geven (zie de advieskaart van Appendix IX). Dat noordoostelijke deel is 767 m2, waarvan nu twintig procent door middel van proefsleuven is onderzocht. Hier is weinig archeologie aangetroffen, en indien er oudere sporen zitten zijn die aangetast door de diepe esgreppels. Advies voor het zuidwestelijke deel van 676 m2 is om de dubbelbestemming 'archeologie' te handhaven, waarbij bodemingrepen minder dan veertig centimeter diep kunnen worden vrijgesteld