Definitieve Opgraving

In plangebied Zevenberg te Fluitenberg, gemeente Hoogeveen (provincie Drenthe), is een uitbreiding van de begraafplaats gepland, een crematorium. In 2007 is een bureauonderzoek en een booronderzoek ter hoogte van de huidige begraafplaats uitgevoerd. In hetzelfde jaar zijn een proefsleuvenonderzoek, een archeologische begeleiding en een opgraving verricht. Hierbij zijn haardkuilen uit de midden steentijd (mesolithicum) aangetroffen en bewoningssporen uit de ijzertijd. In 2012 zijn proefsleuven ter hoogte van het geplande crematorium en hier rondom gegraven. Hierbij zijn karrensporen, spiekers uit de ijzertijd en enkele haardkuilen uit het mesolithicum aangetroffen. Deze onderzoeken zijn alle uitgevoerd door De Steekproef bv. Naar aanleiding van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek in 2012 is geadviseerd om een deel van het terrein vrij te geven en een deel vlakdekkend op te graven. De gemeente Hoogeveen (bevoegde overheid) heeft dit advies overgenomen. Voor dit vlakdekkende onderzoek is een Programma van Eisen (PvE) opgesteld door dhr. D.A. Dijk van De Steekproef bv, dat op 21 oktober 2014 door dhr. Wijngaarden van de gemeente Hoogeveen is goedgekeurd (Dijk 2014). Het voorliggend onderzoek is uitgevoerd op basis van dat PvE. Het veldwerk voor het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd in de periode eind oktober tot en met begin november 2014. Er is circa 0,35 hectare vlakdekkend opgegraven in totaal elf werkputten. De maximale diepte van het onderzoek bedraagt 78 centimeter beneden maaiveld. Tijdens de graafwerkzaamheden bleek over het algemeen dat de bouwvoor direct op het gele zand (C-horizont) lag. Er bleken echter nog wel archeologische grondsporen aanwezig te zijn: paalkuilen die soms herkenbare structuren vormen zoals bijgebouwen of spiekers, enkele afvalkuilen en haardkuilen, een crematiegraf. De grondsporen dateren uit het mesolithicum en uit de ijzertijd. Verder zijn er karrensporen aangetroffen met een onduidelijke datering. De mesolithische sporen waren uitgeloogd, maar nog vaag herkenbaar in het vlak. De sporen uit de beide perioden bevatten weinig archeologische materialen. Er is ijzertijd aardewerk gevonden en kleine fragmenten houtskool. Het graf bevatte naast verbrand menselijk botmateriaal en houtskool ook metaal. Het plangebied sluit aan op het in 2007 opgegraven perceel en maakt deel uit van deze vindplaats. In 2007 zijn drie clusters met boerderij-plattegronden. spiekers en schuren opgegraven. In het huidige plangebied lijken twee clusters te zijn: een noordelijke en een zuidelijke. Deze clusters maken geen deel uit van één van de eerder aangetroffen clusters. Bijbehorende boerderij-plattegronden worden ten westen of noordwesten van het huidige plangebied verwacht. Net als in 2007 zijn ook nu mesolithische haardkuilen opgegraven; deze bevinden zich in de zuidelijke helft van het huidige plangebied. Verder lopen de karrensporen door in het huidige plangebied, met name in de westelijke helft van het terrein. Het onderzoek op de geplande locatie van het crematorium is afgerond. Bij toekomstige activiteiten buiten de opgegraven zone wordt vervolgonderzoek geadviseerd