Een archeologisch bureauonderzoek

De gemeente Woerden heeft in het kader van geplande civieltechnische werkzaamheden in de straten Overstek, Spijkerlaan, Hallehuis, Overzicht en Voorhuis in Kamerik opdracht gegeven tot het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek. Gezien de ligging van het plangebied in een, tijdens het Holoceen gevormd, klei- en veengebied heeft het plangebied een lage verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de Prehistorie. Ten westen van het plangebied ligt een crevasse welke in de IJzertijd, Romeinse Tijd en de Vroege Middeleeuwen actief was. Bewoning uit deze archeologische perioden is op, of in de directe nabijheid van, de crevasse te verwachten. Er zijn momenteel geen aanwijzingen dat de crevasse zich uitstrekt tot in het plangebied. Het plangebied heeft dan ook een lage archeologische verwachting op het voorkomen van archeologische resten uit de IJzertijd, de Romeinse Tijd en de Vroege Middeleeuwen. Het plangebied is vanaf de Late Middeleeuwen ontgonnen en bewoond geraakt en daarom moet uitgegaan worden van een hoge archeologische verwachting voor de periode van de Late Middeleeuwen. Wellicht is er sprake van sporen uit de periode van de veenontginning (erven met houten bebouwing, sloten/greppels, wegen en water gerelateerde vondsten). De resten van erven kunnen in een strook van circa 100 m ter weerszijden van de Kamerikse Wetering worden aangetroffen. Indien de oudste met de ontginningen geassocieerde bewoning moet worden gezocht ter hoogte van Kamerik-Mijzijde en Oud-Kamerik dan zal in het plangebied in deze periode vooral sprake zijn van off site fenomenen. Het plangebied heeft een hoge archeologische verwachting op het aantreffen van archeologische resten uit de periode Nieuwe tijd. Uit deze periode is ter hoogte van het Hallehuis naar alle waarschijnlijkheid historische lintbebouwing aanwezig die in ieder geval kan teruggaan op de 17e eeuw. Ter hoogte van het Overzicht zijn de achterste begrenzingen van de historische tuinen te verwachten met daarin naar verwachting afvalcontexten. Op basis van deze resultaten en het gegeven dat behoud in situ middels planaanpassing niet tot de mogelijkheden behoort, adviseert de Omgevingsdienst regio Utrecht om in twee delen van het plangebied archeologisch vervolgonderzoek uit te laten voeren. Wij adviseren om een archeologische begeleiding (conform het KNA protocol proefsleuven, met de mogelijkheid tot een doorstart naar een archeologische begeleiding conform het KNA protocol Opgraven) te laten uitvoeren ter hoogte van het Hallehuis en het oostelijk deel van het Overzicht. Indien tijdens het archeologisch onderzoek blijkt dat resten uit de Late Middeleeuwen/ Nieuwe tijd nog in de ondergrond aanwezig zijn, adviseren wij om de archeologische begeleiding voort te zetten tot geen relevante resten meer worden aangetroffen. De archeologische begeleidingen dienen te worden uitgevoerd conform de vigerende versie van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) en op basis van een door het bevoegd gezag goedgekeurd Programma van Eisen (PvE)