Archeologische Begeleiding, protocol Opgraven.

Het doel van de Archeologische Begeleiding was om na te gaan of er in het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Wanneer er archeologische resten werden aangetroffen dan moesten deze worden gedocumenteerd en ex‐situ veilig gesteld. Onder meer diende hierbij gelet te worden op de aard, de ouderdom, de globale omvang, de diepteligging, de gaafheid en de conservering van deze archeologische vindplaatsen. De bodemopbouw binnen de onderzoekslocatie bestond uit een recent verstoorde toplaag op een antropogene ophooglaag bovenop het Laagpakket van Walcheren. Over de gehele onderzoekslocatie werden vanaf een diepte van ca. 45 cm beneden maaiveld (ca. 0,70 meter +NAP) goedbewaarde archeologische sporen aangetroffen. Tijdens het onderzoek werden funderingen, beerbakken en waterputten aangetroffen die allen kunnen worden geassocieerd met de eerste bewoning langs de Hoofdstraat vanaf de late 17e eeuw