BAAC Rapport V-15.0103

In opdracht van Architectenbureau Van Der Geld heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Gijselstraat 4 te Baarschot. Aanleiding voor het onderzoek is het plan om in de huidige stal een nieuw woonhuis te realiseren. Uit de geomorfologische kaart blijkt dat het oostelijke deel van het plangebied in een zone met dekzandruggen, al dan niet bedekt met oud bouwlanddek ligt. Het westelijke deel van het plangebied ligt op een relatief laaggelegen beekdalbodem zonder veen. Deze beekdalbodem is noordwest-zuidoost georiënteerd. Volgens de bodemkaart komen in het plangebied hoge zwarte enkeerdgronden voor. Op de hoogtekaart is te zien dat het beekdal vooral ten noordoosten van het plangebied relatief laag ligt in het landschap (17 m +NAP). Ter plekke van het plangebied en verder naar het zuiden toe is het maaiveld rondom de beek niet lager dan de iets wijdere omgeving. Het maaiveld ligt hier op zo’n 18 m +NAP. Een duidelijk hoogteverschil is wel te zien richting het zuidoosten en zuidwesten: hier is het maaiveld duidelijk hoger gelegen (19 m +NAP en hoger). Omdat de perceelsgrenzen op de hoogtekaart duidelijk herkenbaar zijn, is het niet aannemelijk dat dit reliëf uitsluitend natuurlijk van oorsprong is. Op de gemeentelijke verwachtingskaart van Hilvarenbeek voor alle perioden ligt het plangebied in een zone met een middelmatige tot hoge verwachting. Voor de periode van de jager-verzamelaars geldt een lage verwachting, waarbij moet worden opgemerkt dat het paleo-reliëf mogelijk gemaskeerd is, omdat de oorspronkelijke bodem is afgedekt met een esdek. Voor de nederzettingslocaties van landbouwers heeft het plangebied volgens de gemeentelijke verwachtingskaart een middelmatige tot hoge verwachting. Op de eerste kadastrale kaart uit de periode 1811-1832 is te zien dat het plangebied in drie verschillende percelen lag. Deze percelen waren in gebruik als bouwland, tuin en huis met erf. De huidige boerderij betreft een monument, en het plangebied en de bebouwing is dan ook niet in dergelijke mate veranderd dat het zichtbaar is op historische kaarten ten opzichte van de huidige situatie. Voor het plangebied geldt op basis van dit bureauonderzoek dan ook een hoge waarde op het aantreffen van archeologische resten uit alle perioden. Ter plekke van de huidige bebouwing zijn archeologische resten uit de perioden vóór de late middeleeuwen mogelijk verstoord, al kan de aanwezigheid van oudere resten niet uitgesloten worden. Ter plekke van de huidige bebouwing geldt wel een hoge verwachting uit de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Onder de huidige boerderij liggen mogelijk nog resten van eventuele voorlopers. Aangeraden wordt bij verstoring van de bodem buiten de huidige bebouwing een vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Binnen de huidige bebouwing is een proefsleuvenonderzoek niet mogelijk; hier wordt daarom een archeologische begeleiding onder protocol opgraven geadviseerd