2016-03/10

Door De Steekproef bv is een terrein onderzocht aan de Botterstraat te Oosterend in de gemeente Texel. Het onderzoek was gericht op de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Aanleiding tot het onderzoek is de voorgenomen sloop van de huidige bebouwing en de vervanging door nieuwbouw van negen 'Woonaltijd woningen'. De hiertoe benodigde graafwerkzaamheden kunnen tot aantasting van archeologische waarden leiden. Het onderzoek had tot doel om vast te stellen of dergelijke waarden binnen het plangebied aanwezig (kunnen) zijn. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek door middel van boringen. In de directe nabijheid van het plangebied zijn op terreinen met eenzelfde landschappelijke ligging als het plangebied, bewoningsresten uit de ijzertijd, de romeinse tijd en de middeleeuwen aangetroffen. Om deze reden geldt een hoge verwachting voor bewoningsresten uit deze perioden. Voor resten uit voorgaande perioden (laat-paleolithicum tot en met de bronstijd), geldt een middelhoge verwachting. In verband met de ligging nabij de oude kern van Oosterend geldt een hoge verwachting voor resten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Om deze verwachting te toetsen zijn in het plangebied 8 boringen gezet met behulp van een zandguts en een megaboor. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de natuurlijke ondergrond in het plangebied uit dekzand bestaat waarin oorspronkelijk een podzolbodem is gevormd. Hiervan rest alleen nog een BC-horizont in de op het zuidelijke deel van het plangebied geplaatste boringen 7 en 8. Op de overige delen van het plangebied is de oorspronkelijke podzolopbouw volledig verloren gegaan. Dit is waarschijnlijke het gevolg van erosie voorafgaande aan de afzetting van het uit sterk zandige klei bestaande getijde-pakket dat overal binnen het plangebied is aangetroffen. Door de erosie van de oorspronkelijke dekzandbodem is de kans op de aanwezigheid van behoudenswaardige resten uit de prehistorie in het plangebied zeer klein. Boven de getijde-afzetting is binnen het plangebied slechts een pakket in de twintigste eeuw vergraven en/of opgebracht zand en klei aangetroffen. Hierin hoeven geen behoudenswaardige resten uit de middeleeuwen of de nieuwe tijd te worden verwacht. In geen van de boringen zijn relevante archeologische indicatoren aangetroffen. In verband hiermee alsmede in verband met het verloren gaan van de oorspronkelijke bodemopbouw, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van beschermende en/of beperkende maatregelen of archeologisch vervolgonderzoek. De hoge verwachting voor archeologische resten binnen het plangebied kan voor alle perioden naar een lage verwachting worden bijgesteld