2015-12/01

Door De Steekproef bv is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Kleizuwe 1 te Vreeland, gemeente Stichtse Vecht, provincie Utrecht. De aanleiding voor het onderzoek is geplande woningbouw met onderkeldering tot drie meter en de aanleg van waterpartijen. De hiermee gepaard gaande graafwerkzaamheden kunnen eventueel aanwezige archeologische grondsporen aantasten. Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek door middel van boringen. Het plangebied Kleizuwe 1 ligt ten oosten van Vreeland en ten zuiden van de Kleizuwe. Binnen het noordwestelijke deel van het plangebied is vanaf de twintigste eeuw bebouwing aanwezig die zal worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Vanaf 1935 ligt direct ten oosten hiervan een stelling die deel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Voor het noordelijke deel geldt in verband met de ligging langs een middeleeuwse ontginnings-as een hoge verwachting voor resten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Voor resten uit de prehistorie geldt een lage verwachting in verband met de diepe ligging van de pleistocene zandondergrond en de overgroeiing met veen in het neolithicum. Voor resten uit de late ijzertijd en de romeinse tijd geldt hooguit een middelhoge verwachting in verband met de aanwezigheid van de rivier de Vecht. Om het archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn in het 1,8 hectare plangebied twintig boringen geplaatst. Uit de resultaten hiervan blijkt dat de ondergrond van het plangebied overwegend uit elzenbroekveen bestaat. Dit veen heeft geen veraarde top die ooit geschikt is geweest voor bewoning. Het veen is afgedekt met een kleipakket dat in westelijke richting toeneemt in dikte van enkele decimeters tot ruim een meter. Deze klei is afgezet vanuit de Vecht. In deze klei zijn geen vegetatie-horizonten of anderszins "vuile lagen" aangetroffen die samen zouden kunnen hangen met bewoningsresten in het plangebied. Ook verder zijn geen archeologische indicatoren gevonden in het plangebied. In verband met het volledig ontbreken van archeologische indicatoren geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied