B15-238

Dit archeologisch bureauonderzoek is opgesteld door Buro de Brug ACR bv in opdracht van buRO. De aanleiding tot dit onderzoek is de geplande herinrichting van de Voorweg te Noorden in het kader van de Ruimte voor ruimteregeling. Wanneer de Ruimte voor ruimteregeling wordt toegepast, zullen voormalige agrarische bouwwerken worden gesloopt, die landschappelijk niet meer passen. In de plaats daarvan kunnen woningen worden gebouwd ter compensatie van de sloop van voldoende vierkante meters kassen of bedrijfsgebouwen. Voor de te bebouwen locaties geldt dat de bodem op die locatie verstoord wordt, waardoor eventueel aanwezige archeologische resten kunnen worden aangetast. Bij bouwwerkzaamheden dient een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Om de omgevingsvergunning te kunnen verkrijgen, dient eerst archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd, waaruit blijkt dat geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied niet worden geschaad door de ingrepen. Dit is geregeld in het vigerend bestemmingsplan. Om de te verwachten archeologische waarden in beeld te brengen, is dit bureauonderzoek opgesteld. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat zich binnen het plangebied geen bekende archeologische waarden bevinden in de vorm van AMK-terreinen (archeologische monumenten), waarnemingen of vondstmeldingen. Op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden kent het plangebied een lage trefkans. Volgens de Cultuurhistorische Atlas van de provincie Zuid-Holland is er binnen het plangebied een kleine kans op archeologische sporen. BAAC heeft dit beeld wat genuanceerd op de verwachtingskaart in hun bureauonderzoek voor de gemeente Nieuwkoop en Alphen aan den Rijn. Zij kennen aan de Voorweg een middelhoge verwachting toe. Op de locaties met historische bebouwing geldt een hoge verwachting voor de periode Late Middeleeuwen – Nieuwe tijd. Deze hoge verwachting geldt met name voor het westelijk deel van de Voorweg, maar ook voor enkele losse locaties in het oostelijk deel. Daar zijn buffers om de historische bebouwingslocaties getrokken. Voor onderhavig plangebied geldt op basis van bovenstaand onderzoek een (middel)hoge verwachting voor resten uit de periode Late Middeleeuwen (in elk geval vanaf de 11de eeuw) tot en met de Nieuwe tijd. Het is onbekend in hoeverre de bodem in het plangebied intact is. Voor onderhavig plangebied geldt dat de (middel)hoge archeologische verwachting in het veld dient te worden getoetst met een booronderzoek. Het is aan te raden om het booronderzoek pas uit te laten voeren op het moment dat bekend is op welke locatie de bodem door bouwwerkzaamheden verstoord zal worden. Het booronderzoek hoeft dan alleen uitgevoerd te worden op de locaties waar bodemverstoringen plaats zullen vinden c.q. waarvoor een vergunning dient te worden aangevraagd. Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Het selectieadvies dient beoordeeld te worden door de bevoegde overheid en leidt tot een selectiebesluit