Inventariserend veldonderzoek

Uit het veldonderzoek bleek dat de bodemopbouw in het plangebied bestaat uit een plaatselijk aanwezig ophoogdek, waaronder het laagpakket van Walcheren (afzettingen van Duinkerke III en I) is aangetroffen. Deze is aan de basis zanderig, wat duidt op relatief hoge stroomsnelheden tijdens het afzetten hiervan. Onder de zanderige laag van Duinkerke III is klei van de afzettingen van Duinkerke I aangetroffen, waaronder Hollandveen is aangetroffen. Veelal was deze overgang scherp, wat duidt op erosief afgezet sediment van Duinkerke I. Onder het veen is klei behorende bij het Laagpakket van Wormer (Afzettingen van Calais) aangetroffen. Er zijn geen sporen van een stroomgordel in deze afzettingen aangetroffen. Uit het veldonderzoek bleek verder dat een groot deel van het plangebied het bovenste deel van de bodem, al dan niet gelegen onder een ophoogpakket, verstoord is. Van de 30 uitgevoerde boringen blijkt de bodem in 26 gevallen tot minstens 65 cm –mv verstoord te zijn. Wel zijn in boringen 19, 21 en 22 zijn resten van een woongrond of mogelijk de resten van een terp aangetroffen, die tevens te relateren is aan een voorloper van de huidige boerderij. In een aantal boringen in en bij de woongrond zijn fragmenten rood- en witbakkend aardewerk uit de periode late middeleeuwen – nieuwe tijd (14e-19e eeuw) aangetroffen. In het westelijke deel van het plangebied is in een aantal boringen een Bwhorizont aangetroffen in de afzettingen van Duinkerke III. Mogelijk kunnen zich in deze horizont nog (diepe) grondsporen bevinden van erf gerelateerde resten en/of bewoningsresten gerelateerd aan de daar aanwezige woning van een boerenknecht of de reeds genoemde boerderij. De aanwezigheid van een Bw horizont houdt in dat de bodem vanaf hier niet is verstoord