Een Inventariserend archeologisch onderzoek Kartering PLUS

ADC ArcheoProjecten heeft een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) Kartering PLUS uitgevoerd voor het plangebied Hanssum te Neer. De aanleiding tot het huidige onderzoek is het voornemen om de Hoogwatergeul verder uit te breiden. Het doel van het voorliggende onderzoek was om op basis van de Kartering Plus inzicht te verkrijgen in de aanwezigheid, verspreiding, diepteligging en begrenzing van de bodem met houstkoolspikkels aangetroffen in het vooronderzoek en daarmee eventuele archeologische vindplaatsen. Op basis van de gegevens uit de boringen en proefputten is een lithogenetische dwarsprofiel gemaakt. De lithogenetische eenheden zijn vertaald naar een profieltypekaart, waarbij zoveel mogelijk de indeling van de lithogenetische eenheden is aangehouden. In het westen bestaat het plangebied uit een restgeul. Op basis van het booronderzoek is gebleken dat de geulzone zich verder naar het oosten uitstrekt dan op de geomorfogenetische kaart van Zuidhoff & Huizer en de Geomorfogenetische Kaart Maasvallei.1 In de gehele westelijke zone van de restgeul is een bodemhorizont met houtskoolspikkels waargenomen. Deze houtskoolspikkels zijn niet meegevoerd en duiden op lokale activiteiten. Deze zone is aangegeven als vindplaats 1. In het oosten is het rivierterras uit de Jonge Dryas aangetroffen met beddingafzettingen van de vlechtende rivier afgedekt met oeverafzettingen. In het zuiden van het plangebied zijn de beddingafzettingen afgedekt met eolisch zand. In het centrale oostelijke deel van het Jonge Dryasterras is in de top van de pleistocene oeverafzettingen (Laag van Wijchen) en in de top van de eolische afzettingen een bodemhorizont met houtskool en een fragment prehistorisch aardewerk aangetroffen. Dit gebied sluit aan op de in het oosten gelegen locatie waarin in het vooronderzoek een bodem met houtskoolspikkels is waargenomen. Dit gehele gebied is aangemerkt als vindplaats 2. Zowel de geulzone met bodemhorizont (vindplaats 1), als het oostelijke deel van het plangebied met de verspreiding van de bodem met houtskool en het eolische duin (vindplaats 2) komen in aanmerking voor waarderend proefsleuvenonderzoek. In vindplaats 1 kunnen deposities en houtskoolmeijlers uit de Middeleeuwen worden verwacht. In vindplaats 2 kunnen archeologische sporen van het Mesolithicum t/m de Romeinse tijd worden verwacht