Bureau voor Archeologie Rapport 229

In het plangebied zijn acht boringen gezet tot maximaal 300 cm -mv. Tijdens het booronderzoek is geconstateerd dat de bovenste 70 tot 130 cm is omgewerkt. Gezien recente indicatoren als puin, hardgebakken baksteen- en glasfragmenten en de scherpe overgang met de onderliggende pakketten is dit waarschijnlijk recentelijk gebeurt, mogelijk als gevolg van de bouw en de sloop van de voormalige bebouwing. Onder het verstoorde pakket zijn in het noorden van het plangebied oeverafzettingen aangetroffen. In het zuiden van het plangebied zijn onder het verstoorde pakket komafzettingen en veen aangetroffen. Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling