Steekproefrapport 2015-04/03

In verband met de geplande bouw van een woning is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Beilervaart te Hoogersmilde, gemeente Midden-Drenthe, provincie Drenthe. Voor de woningbouw zijn bodemingrepen nodig zoals de aanleg van een fundering. Dit graafwerk vormt een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek verkennende en karterende fase. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn dertien boringen geplaatst en is een veldkartering uitgevoerd. Hiermee zijn de opbouw en gaafheid van de bodem bepaald en is gezocht naar archeologische indicatoren. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied op de overgang ligt van een glaciale rug naar een beekdal. In het verleden zijn in de omgeving vondsten gedaan van bewerkt vuursteen uit het mesolithicum waarvan de dichtstbijzijnde op vierhonderd meter afstand ligt. In het midden van de negentiende eeuw was er bebouwing in het oostelijke deel van het terrein. Uit het veldonderzoek blijkt dat het hele terrein tijdens de steentijd langdurig droge omstandigheden heeft gekend. Dat betekent dat het een geschikte vestigingsplek lijkt te zijn geweest voor mensen in die tijd. In het westelijke deel is de bodem matig tot slecht bewaard gebleven. Eventueel aanwezige archeologische resten zullen daar zijn aangetast. In het oostelijke deel is de bodem nog goed, waardoor archeologische grondsporen daar goed bewaard gebleven kunnen zijn. Echter het onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische resten aangezien er geen vondsten gedaan zijn van bijvoorbeeld bewerkt vuursteen of houtskool. Het advies luidt om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen