archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek.

In opdracht van de gemeente Weert heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau begin oktober 2006 een bureau- en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in verband met een uit te werken bestemming woondoeleinden in plangebied Stramproy Oost in de gemeente Weert. Doel van het onderzoek was eventuele archeologische resten op te sporen en, indien mogelijk, een eerste indruk te geven van de kwaliteit (gaafheid en conservering), aard, datering, omvang en diepteligging ervan. Uit het huidige bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen in een dekzandgebied, met grofzandige Maasafzettingen in de ondergrond. Hoewel oorspronkelijk op de arme zandgronden veldpodzolen zijn ontstaan, is door langdurige plaggenbemesting in en rond het plangebied een esdek gevormd (zogenaamde hoge zwarte enkeerdgronden). Het plangebied behoorde in de 19e eeuw tot de akkergronden die werden omringd door de bebouwing van Stramproy. Door het gebied liep een (kerke)pad dat de kern van het dorp met de markt verbond. Aan het plangebied. In de omgeving van het plangebied is eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd, op basis waarvan het gebied een (middel)hoge archeologische verwachting kreeg. Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek is aan het plangebied een lage archeologische verwachting voor vindplaatsen van jager-verzamelaars, en een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen van landbouwers toegekend. Tijdens het veldonderzoek is in het plangebied een esdek aangetroffen. In een groot aantal boringen is onder het esdek een oude akkerlaag aangetroffen. In vijf boringen zijn in de oude akkerlaag archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreffen fragmenten aardewerk uit de periode Neolithicum t/m Middeleeuwen. De aard en stratigrafische positie van de indicatoren doen in het plangebied archeologische sporen uit het Neolithicum t/m de Middeleeuwen verwachten. Gezien de ligging nabij een Romeinse brug in het noordelijker gelegen dal van de Tungelroyse beek, betreft het mogelijk een nederzettingsterrein uit de Romeinse tijd dat continuering kende tot in de Middeleeuwen. Om de precieze aard, omvang en datering van de archeologische resten vast te kunnen stellen wordt in het plangebied vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven aanbevolen. Daarnaast dient het aanbeveling het voormalige (kerke)pad te herstellen om het historisch geografische karakter van het plangebied te waarborgen