Archeologisch bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)

Tijdens het veldonderzoek is in vier van de zes boringen conform de verwachting een enkeerdgrond (es-of plaggendek van 80 tot 130 cm dik) op een dekzandrug aangetroffen. Op de overgang tussen het esdek en de Pleistocene ondergrond is in drie boringen een oude akkerlaag aangetroffen, waarvan in één een bijmenging van wat houtskool aangetroffen. In twee boringen is de bodem tot minstens 60 cm in de C-horizont geroerd. Gezien het voorkomen van een begraven bodem onder een 80-130 cm dik plaggen- of esdek, waarin houtskoolresten zijn gevonden, de landschappelijk gunstige ligging en de vondsten in de directe omgeving is de kans groot dat binnen het plangebied archeologische resten voorkomen. In delen van het plangebied zullen eventuele oppervlakkige archeologische sporen vernietigd zijn. Diepere sporen van bijvoorbeeld waterputten zullen wel bewaard zijn gebleven