Uit het bureauonderzoek blijkt dat in het hele onderzoeksgebied resten verwacht kunnen worden uit de steentijd en uit de ijzertijd t/m middeleeuwen. In de boringen bleek de bodemopbouw grotendeels intact. Deze bestaat over het algemeen uit klei op veen op zand. De top van het onderliggende zand fluctueert en is niet in alle boringen aangetroffen. In een aantal boringen zijn geulen of dekzandkoppen aangetroffen. Uit het bureau- en booronderzoek is gebleken dat de kans op het aantreffen van intacte archeologische vindplaatsen binnen de ontgravingsdiepte op de andere drie turbinelocaties klein is. Daarom wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd voor onderzoekslocaties OH01, OH02 en OH07. Voor turbinelocatie OH16 is een separaat cultuur histori...