Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in augustus 2017 een Inventariserend Veldonderzoek uitgevoerd voor de locatie hoek Julianalaan 27 en Wilhelminalaan 18 in Ermelo, gemeente Ermelo. De aanleiding van het onderzoek is de aanvraag van een omgevingsvergunning ten behoeve van de oprichting van een pand. Op advies van de regioarcheoloog is de hoge verwachting op de archeologische waarden- en verwachtingenkaart van de gemeente Ermelo overgenomen voor het onderhavige plangebied. Deze verwachting is gebaseerd op de ligging in een gebied met dekzandwelvingen. In de top van het aanwezige dekzand moet rekening worden gehouden met archeologische resten vanaf het Laat-Paleolithicum t/m de Vroege Middeleeuwen. In de directe omgeving van het plangebied zijn evenwel geen archeologisch resten bekend, mogelijk omdat hier tot dusver geen archeologische onderzoeken zijn uitgevoerd. Eventuele bewoningssporen zullen bestaan uit vuursteen- en/of aardewerkstrooiingen. De aanwezigheid van begravingen zal door hun geringe omvang moeilijker aan te tonen zijn. Indien aanwezig zullen grondsporen zich in het bovenste deel van het dekzand (Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden) of smelwaterafzettingen (Formatie van Boxtel) bevinden. Op basis van oude kaarten is de aanwezigheid van bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd niet waarschijnlijk. Tot halverwege de 20e eeuw bestond het gebied uit heide, waarna het met bos beplant werd. Gezien het ontbreken van bebouwing en het feit dat het plangebied in recente tijden geen agrarisch grondgebruik heeft gekend, worden geen of nauwelijks bodemverstoringen verwacht. Teneinde deze verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit volgt dat de natuurlijke ondergrond uit grindhoudend matig fijn tot matig grof zand bestaat. Dit zand wordt geïnterpreteerd als smeltwaterafzettingen (Formatie van Boxtel). In tegenstelling tot de verwachting op basis van de geraadpleegde bronnen is er geen dekzand aangetroffen. In de top van de smeltwaterafzettingen heeft zich een micropodzol gevormd. De aanwezigheid hiervan vormt een aanwijzing dat de bodem volledig onverstoord is. In geen van de boringen zijn evenwel archeologische indicatoren aangetroffen. De kans op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats binnen het plangebied wordt op grond hiervan als laag ingeschat