Bureau voor Archeologie Rapport 307

In het plangebied wordt een woonhuis gerealiseerd. Het plangebied ligt in het zuidelijk dekzandgebied. Op basis van de geomorfologische kaart ligt het plangebied op de flank van een dekzandrug al dan niet met oud bouwlanddek. Op de bodemkaart zijn in het plangebied laarpodzolgronden gekarteerd. Laarpodzolgronden vormen vaak een latere uitbreiding van oude bouwlanden en zijn na de Late Middeleeuwen ontgonnen. Het humeuze dek is ongeveer 40 cm dik. Ongeveer 50 m ten noorden van het plangebied is een huisplattegrond uit de Middeleeuwen aangetroffen. In de Tweede Wereldoorlog lag in de nabije omgeving een Duitse stelling. De ligging en omvang van de stelling zijn niet goed bekend en het is mogelijk dat de stelling ook door het plangebied loopt. In het plangebied zijn vijf boringen gezet tot maximaal 150 cm -mv. Hieruit blijkt dat een recent omgewerkt antropogeen dek op dekzand C-horizont aanwezig is in het plangebied. In één boorprofiel bevindt zich op de C-horizont een grijze vlekkerige laag die wordt geïnterpreteerd als de oorspronkelijke akkerlaag. In de overige boorprofielen ligt het recent omgewerkte antropogene pakket scherp op de C-horizont. Bij de middeleeuwse huisplattegrond ten noorden van het plangebied was sprake van een vergelijkbare bodemopbouw. De grondsporen waren daar aanwezig in de top van de C-horizont. Dergelijk sporen kunnen zich ook in het plangebied bevinden. Daarnaast moet rekening gehouden worden met resten van stellingen uit WOII omdat op basis van het booronderzoek geen uitsluitsel over de aan of afwezigheid