Zuidnederlandse Archeologische Notities 562

VUhbs archeologie heeft een archeologisch verkennend booronderzoek uitgevoerd voor het plangebied Opweg te Schoonhoven. Binnen het project Vervangen hoofdwaterleiding Bovenberg en Opweg te Schoonhoven gaat het om het gewenste tracé langs de Opweg. In het hele onderzoeksgebied geldt een hoge kans op het aantreffen van archeologische resten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd, met name gezien het bebouwingslint en de bijbehorende verkaveling die door het hele onderzoeksgebied lopen en die nog intact zijn. Alleen in het uiterste oosten, ter hoogte van de bebouwde kom van Schoonhoven zijn dit bebouwinglint en de verkaveling niet meer intact. Er kunnen resten uit de Middeleeuwen en de nieuwe tijd voorkomen tot in de top van het Hollandveen. Oudere resten vanaf het neolithicum kunnen worden aangetroffen op de stroomgordels. Deze stroomgordels doorsnijden het onderzoeksgebied in het oosten en het westen. Afgezien van enkele boringen die zijn gestuit op puin, heeft de rest goed inzicht geboden in de opbouw van de bodem. Deze komt in grote lijnen overeen met de verwachte opbouw zoals beschreven in het vooronderzoek. Potentiële archeologische niveaus bevinden zich in de top van de jongste komafzettingen (Middeleeuwen en Nieuwe tijd), in de top van het Hollandveen (IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen) en in de top van de Schoonhovense stroomgordelafzettingen (Laat Neolithicum, Bronstijd). In geen van de boringen zijn echter aanwijzingen gevonden voor archeologische waarden, zodat de archeologische verwachting voor de onderzochte delen van het tracé kan worden bijgesteld naar laag. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht en geadviseerd wordt om de onderzochte delen van het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling. Voor de niet onderzochte percelen Opweg 27 en 41 geldt dat alleen voor het jongste potentiële archeologische niveau in de top van de jongste komafzettingen geen uitspraak gedaan kan worden over de actuele archeologische verwachting. Dit niveau behoudt dan ook de hoge archeologische verwachting. Echter, gezien de beperkte omvang van de verstoring hier (