Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)

BAAC bv heeft na het storten van een betonvloer een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Stelvensweg 11 te Made. De boringen zijn rondom de betonvloer gezet. Uit het bureauonderzoek komt naar voren dat het plangebied in het uiterste noorden van het Kempisch zandgebied ligt, vlak bij de grens met een gebied waar jonge zee-inbraken hebben plaatsgevonden. In de ondiepe ondergrond komen rivierafzettingen van de Formatie van Sterksel voor. Bovenop deze rivierafzettingen is vermoedelijk een (dun) dek van de Formatie van Boxtel (dekzand) aanwezig. Oorspronkelijk zijn de pleistocene afzettingen bedekt geweest met veen. Dit veenpakket is tegenwoordig niet meer aanwezig vanwege ontginningen in de late-middeleeuwen. De bovenste circa 0,3 tot 0,5 m van het bodemprofiel bestaat uit een door de mens opgebracht humeus dek. Het bodemtype ter plaatse bestaat vermoedelijk uit een laarpodzolgrond, die zich heeft ontwikkeld in leemarm en zwak lemig fijn zand. Het plangebied is niet bebouwd geweest in de 19e en 20e eeuw. Het maakte deel uit van een agrarisch gebied ten oosten van Made en was in gebruik als akker. Het plangebied lag vlak langs een oude weg, waarlangs ook het gehucht Steelhoven lag (op een afstand van circa 450 m ten noorden van het plangebied). Bij Steelhoven lagen batterijen van de linie ten westen van Geertruidenberg uit de 16e – 18e eeuw. De huidige, nabije bebouwing aan de Stelvenseweg 11 is in 2009 gerealiseerd, maar het plangebied is onbebouwd gebleven. Wel is hier recentelijk een bouwput gegraven en is een betonnen vloer gestort. Een deel van het terrein is daarbij voorzien van een puinverharding. Het terrein is vermoedelijk afgegraven tot 50 cm -mv. Het plangebied ligt volgens de gemeentelijke verwachtingskaart van Drimmelen in een gebied met een hoge archeologische verwachting. Rondom het plangebied zijn in het verleden meerdere archeologische onderzoeken uitgevoerd en zijn ook vondsten gedaan. Binnen een straal van 1.000 m rondom het plangebied zijn resten aangetroffen uit de periode mesolithicum tot en met de nieuwe tijd. Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het gehele plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten uit het mesolithicum tot en met de nieuwe tijd. Specifiek moeten hierbij genoemd worden mogelijke resten van het middeleeuwse gehucht Steelhoven. Het archeologisch niveau bevindt zich op een diepte vanaf circa 30 à 50 cm –mv. Dit betekent dat het nog intact onder de reeds uitgegraven bouwput aanwezig kan zijn. Uit het veldonderzoek blijkt echter dat de bodem belendend aan de bouwput grotendeels dieper is verstoord dan 50 cm –mv. Bij het ontgraven van de bouwput zijn waarschijnlijk geen archeologische resten vernietigd