Bureauonderzoek (BO) en Inventariserend veldonderzoek (IVO-O)

Het uitgevoerde bureauonderzoek heeft geresulteerd in de volgende gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Op basis van de geomorfologische en bodemkundige gegevens en vondstmeldingen en onderzoek in vergelijkbare geologische condities in de omgeving kan worden gesteld dat voor het plangebied een hoge verwachting geldt. Er kunnen archeologische resten verwacht worden in de vorm van verspreide begraving, (periodieke) bewoning en landgebruik uit de vroegere perioden. Daarbij zal het vermoedelijk gaan om sporen en losse vondsten en artefacten. Archeologische resten vanaf de IJzertijd kunnen bestaan uit nederzettingsresten en voor de betreffende periode kenmerkend vondstmateriaal, zoals aardewerk, bouwkeramiek en glas. Een verhoogde verwachting geldt voor resten van een boerderijplaats uit de (late) Middeleeuwen. Het betreffen resten van de (voorgangers van) de Hoeve De Papagaai. Eventuele archeologische resten kunnen direct vanaf maaiveld verwacht worden of indien een esdek aanwezig is vanaf de overgang van het esdek naar de onderliggende laag. Gezien de hydrologische condities in het plangebied is de verwachting dat de conservering van eventuele (an)organische archeologische resten slecht is. Mogelijk zijn delen van het plangebied verstoord als gevolg van de aanleg van het bestaande bedrijfsgebouw. De boringen die zijn uitgevoerd tonen aan dat de bodem in het plangebied bestaat uit zwak siltig, matig fijn tot matig grof zand. Op basis van het verkennende booronderzoek kan het plangebied daarnaast in twee zones worden verdeeld. In de westelijke zone, onder de bestaande overkapping is sprake van een oorspronkelijke bodemopbouw met een podzolprofiel. In de oostelijke strook van het plangebied is de bodemopbouw verstoord. Hierbij zijn de eventuele archeologische waarden waarschijnlijk tevens verstoord. In geen van de boorprofielen is een esdek waargenomen zoals op basis van het bureauonderzoek kon worden verwacht. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek is vervolgonderzoek noodzakelijk geacht in het westelijke gedeelte van het plangebied, ter plaatse van de huidige overkapping. De kans op het aantreffen van (onverstoorde) archeologische resten is aanwezig. Er kunnen archeologische waarden worden verwacht uit alle archeologische perioden. Met name de kans op het aantreffen van nederzettingsresten uit de (late) Middeleeuwen is groot. Geadviseerd wordt om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de eventuele archeologische resten op te sporen, te documenteren en te waarderen. Voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek moet een Programma van Eisen worden opgesteld dat moet worden goedgekeurd door de bevoegde overheid. In het oostelijke gedeelte wordt de kans op het aantreffen van archeologische resten klein geacht. De voorgenomen ingrepen kunnen daar zonder archeologisch voorbehoud worden uitgevoerd. Indien tijdens de uitvoering alsnog onverwachte archeologische resten worden aangetroffen, dient hiervan direct melding gemaakt te worden bij het bevoegd gezag