Stadse fratsen 42

Een brand in december 1980 maakte een eind aan het voormalige woonhuis en café Ankarabar op het perceel Gelkingestraat 38. Dat deze brand niet de eerste was op dit perceel, bleek tijdens de korte opgraving die in maart 1993 op deze plek plaatsvond. In twee kleine werkputten gaven vooral de wandprofielen veel informatie prijs over de bodemopbouw en de verschillende bewoningsfasen die hier zijn geweest. Het gaat dan vooral om middeleeuwse sporen, want van het nieuwetijdse pand waren door de brand en daaropvolgende sloop weinig restanten of grondsporen meer aanwezig. De oudste grondsporen zijn een esdek en greppels uit de 11e-12e eeuw die daarmee verband houden. Paalgaten van een stakenrij en grote paalgaten van een niet definieerbare structuur dateren mogelijk uit dezelfde tijd of zijn van iets vroegere datum, circa 10e-11e eeuw. Het eerste huis liet zijn vloerlaag achter en die dateert mogelijk al uit de late 12e eeuw. Die bewoning ging verloren door brand en ook de daaropvolgende huizen gingen telkens door brand verloren. In totaal zijn er vijf brandlagen in de verschillende profielen aanwezig. De bovenste brandlaag bevatte scherven uit de 14e-15e eeuw. Het aantal lemen vloer\-lagen wisselt per profiel, maar in totaal lijken er op zeven niveau's vloeren aanwezig te zijn. Dat de bewoners van deze middeleeuwse behuizing niet tot de armste stadjers behoorden, blijkt uit het voorkomen van verschillende soorten import-keramiek. Zo zal de 13e-eeuwse schenkkan uit het Vlaamse Kortrijk vermoedelijk een pronkstuk voor zijn gebruiker zijn geweest