Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek (karterende fase)

Voor zover bekend zijn binnen het plangebied geen archeologische vondsten gedaan. Direct ten oosten van het bouwblok was in het begin van de 19e eeuw ter plaatse van de huidige bebouwing een huis met erf gesitueerd. In het bouwblok zelf zijn in de loop van de 19e eeuw enkele kleine gebouwen gerealiseerd. Het plangebied (bouwblok) is nu in gebruik als grasland. In het plangebied wordt een poldervaaggrond verwacht in oeverafzettingen van de Kortenhoeven stroomgordel. De actieve fase van deze stroomgordel was vanaf ongeveer 7600 tot 6260 jaar geleden (neolithicum). Door grondgebruik in de nieuwe tijd zal de grond ter plaatse van het bouwblok oppervlakkig verstoord zijn. Op basis van het bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge specifieke verwachting voor het aantreffen van vondsten en/of sporen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Voor de periode tot en met de vroege middeleeuwen geldt een middelhoge archeologische verwachting. In dergelijke gevallen kunnen het vondsten en/of sporen betreffen gerelateerd aan huisplaatsen (bijvoorbeeld een boerderij) en/of een nederzettingsterrein. Hierbij betreft het voornamelijk verstrooiing van fragmenten aardewerk en sporen van bewoning, zoals waterputten, afvalputten, paalsporen en/of een oude woongrond. Uit het veldonderzoek blijkt dat de bovengrond uit opgebracht zand en een bouwvoor (zwak humeuze klei) van 30 tot 50 cm dik bestaat. Onder het opgebrachte zand en de kleiige bouwvoor bestaat de intacte bodem uit een circa 50 cm dikke sterk siltige, doorgaans kalkrijke, oranjegrijze kleilaag met veel roestvlekken en enkele mangaanconcreties (C-horizont in oeverafzettingen). Vanaf 1,1 à 1,2 m –mv is een 10 tot 20 cm dikke begraven A-horizont aangetroffen die bestaat uit matig siltige, zwak humeuze, kalkloze, donker bruingrijze klei met plantenresten. Dit betreft een oud oppervlak van komafzettingen. De begraven A-horizont gaat geleidelijk over in een 2C-horizont die bestaat uit matig siltige, kalkloze, grijze komklei met plantenresten en dunne laklagen. De klei gaat vanaf circa 2,2 à 2,4 m –mv (0,43 à 0,58 m –NAP over in zeggeveen. In het noordelijke deel van het plangebied zijn onder meer enkele fragmenten roodbakkend aardewerk uit de periode 1400-1700 na Chr. en een brok verbrande klei gevonden