Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van twee woningen aan de Kanaaldijk te Waddinxveen, gemeente Waddinxveen. Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase)

Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) verricht in het kader van de voorgenomen nieuwbouw van twee woningen. Het betreft een plangebied binnen de bebouwde kom van Waddinxveen met een oppervlakte van 0,35 hectare dat deels bebouwd, deels braakliggend is. De geplande woningen hebben ieder een oppervlakte van 60 tot 80 m2. Ten tijde van onderhavig onderzoek is niet bekend tot welke diepte de verstoringen zullen reiken. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Het plangebied bevindt zich volgens de Cultuurhistorische kaart van de gemeente Waddinxveen op een laatmiddeleeuws ontginningslint. Gezien deze verwachte ontginningsgeschiedenis is er gebaseerd op de Cultuurhistorische kaart een middelhoge archeologische verwachting op het aantreffen van laatmiddeleeuwse en nieuwetijdse resten. Deze verwachting kan echter worden bijgesteld naar laag, gezien het feit dat resten van historische bebouwing niet binnen het plangebied worden verwacht. In de vroege 17e eeuw lijkt het gebied in aanvang als een soort achterkade te hebben gefunctioneerd ten opzichte van de opstrekkende kavels vanaf de Gouwe. Indien er toch resten uit de laatmiddeleeuwse ontginningsfase aanwezig zijn, betreft dit omgewerkte veenlagen, ophogingslagen en afvalkuilen. In het plangebied is pas in de loop van de 19e eeuw bebouwing toegepast; de huidige bebouwing stamt vanaf de jaren 40 van de 20e eeuw. Aanwijzingen voor bebouwing ouder dan het einde van de 19e eeuw ontbreken. Deze archeologische verwachting is getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek. Binnen het plangebied is een veenlaag aanwezig tot een diepte van 3,80 m-mv. Daarboven zijn kleiafzettingen aangetroffen die naar boven toe steeds meer organisch materiaal krijgen. Op circa 1,50 tot 2,00 m-mv is het plangebied een veengebied zonder sedimentatie van klei. Van het veenpakket is de bovenste 0,50 m geroerd, mede om de grond te verbeteren; in deze bovenste laag zijn nieuwetijdse baksteenfragmenten aangetroffen. Alle afzettingen die zijn aangetroffen binnen het plangebied waren verzadigd met water. Hierbij zijn geen kenmerken van bodemvorming aangetroffen. Het veen was niet veraard aangetroffen en de aangetroffen klei was slap en ongerijpt. Deze lagen moeten zich daarom onder de waterspiegel hebben bevonden tot de ontginning. Of deze ontginning zich, zoals op basis van zich de Cultuurhistorische kaart van de gemeente Waddinxveen wordt verwacht, in de Late Middeleeuwen heeft afgespeeld is niet meer reconstrueren. De bovenste 0,50 m van het bodemprofiel is immers in de Nieuwe Tijd C verstoord geraakt voor de verbetering van de grond voor bouwwerkzaamheden – welke van de kaarten bekend zijn vanaf de late 19e of vroeg 20e eeuw. Hierbij zullen eventuele archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en overige Nieuwe Tijd verloren zijn gegaan. Er zijn binnen het plangebied geen archeologische indicatoren aangetroffen