Bureauonderzoek en IVO-O Verkennend Westerveldseweg, Zuidwolde gemeente De Wolden Drenthe. Laagland Archeologie Rapport 76

Laagland Archeologie heeft in mei 2017 een bureauonderzoek en een inventariserend booronderzoek – verkennende fase uitgevoerd in een plangebied aan de Westerveldseweg in Zuidwolde, gemeente De Wolden. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure vanwege het voornemen op het terrein een nieuwe woning met een bijgebouw te bouwen. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Op de gemeentelijke archeologische beleidskaart ligt het plangebied in een zone met een lage archeologische verwachtingswaarde maar binnen een attentiecirkel vanwege historische bebouwing. Het betreft een gebouw dat op de kadastrale minuut rond 1832 op het aan de oostzijde van het plangebied grenzende perceel stond. Mogelijk was het een veldschuur. Aan het einde van de jaren twintig van de vorige eeuw is dit afgebroken. De reden voor het onderzoek was de ligging van het plangebied binnen de genoemde attentiecirkel. Het genoemde gebouw heeft niet in het plangebied gestaan. Dat er binnen de attentiecirkel eventueel oudere voorgangers van het gebouw zijn geweest is niet waarschijnlijk. De ontginning van het heidegebied is pas rond of kort na het begin van de 19e eeuw begonnen. De archeologische verwachting voor het aantreffen van resten van historische bebouwing is daarom nihil. Uit het booronderzoek kan worden geconcludeerd dat het verwachtingsmodel juist is. Er zijn, afgezien van wat sporen baksteen in twee boringen, geen puinresten aangetroffen die duiden op een voormalig (stenen) gebouw. Dat moet, zoals in het bureauonderzoek al is vastgesteld, op het aangrenzende oostelijke perceel langs het Westerveldsepad hebben gestaan. De verwachting vanwege historische bebouwing zoals gebaseerd op de attentiecirkel op de beleidskaart van de gemeente De Wolden is op basis van het bureauonderzoek als nihil beoordeeld. De resultaten van het booronderzoek lijken dit te bevestigen. De bodem is vrij diep tot in de C-horizont verstoord. Naast van de lage archeologische verwachtingswaarde voor vindplaatsen uit perioden voor de 19e eeuw vanwege de grondmorenevlakte, kan op basis van het booronderzoek in het plangebied worden gesteld dat de kans op aanwezigheid van een archeologische vindplaats van voor de 19e eeuw nihil is vanwege de relatief diepe bodemverstoring