Een archeologische begeleiding op het terrein De Horizon in Meijhorst, Archeologische Berichten Nijmegen - Briefrapport 195

Bij de begeleiding van de sloop van de funderingen van twee gebouwen die behoord hebben tot de voormalige school De Horizon is gebleken dat de grond voor de bouw van deze gebouwen diep is uitgegraven en aangevuld met geel zand van elders. De oorspronkelijke bodemopbouw was hierdoor ter plekke volledig vergraven, waardoor er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Buiten de bebouwde delen zijn vier aanvullende boringen gezet om een beeld te verkrijgen van de bodemopbouw. Alleen ter plekke van boring 4 is de oorspronkelijke bodemopbouw nog redelijk intact. Uit de boringen is gebleken dat onder bouwvoor en de omgezette of opgebrachte bovenste lagen een intacte bodem aanwezig is van holocene kleiafzettingen op pleistocene terrasafzettingen (Formatie van Kreftenheye). De zogeheten Laag van Wijchen, die de overgang van de pleistocene naar de holocene afzettingen vormt, is niet duidelijk als laag herkend. De diepte van de pleistocene terrasafzettingen varieert sterk in het relatief kleine gebied dat de vier boringen omvat, met een relatief hoge en een relatief lage uitschieter. Dit komt overeen met het beeld van de bodemkaart van Pons die een grillig landschap van vlechtende rivieren toont. Lokale terrasopduikingen zouden in het verleden door mensen benut kunnen zijn. Mogelijk is de ten zuiden van de onderzoekslocatie gevonden bijl uit de bronstijd hier het resultaat van. Samenvattend mag gesteld worden dat uit de archeologische begeleiding is gebleken dat zich in het plangebied geen archeologisch relevante sporen en vondsten bevinden