Transect-rapport 1392: Een Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven. Gilze, Alphensebaan 34-36, gemeente Gilze en Rijen (NB).

In augustus 2017 is een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Alphensebaan 34-36 in Gilze (gemeente Gilze en Rijen). Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 2.100 m2 en is slechts ten dele bebouwd (woonhuis met tuin en aangrenzend weiland). De aanleiding van dit onderzoek betreft de sloop van het huidige woonhuis en omliggende bijgebouwen, ten behoeve van de bouw van een nieuw woonhuis en een schuur. In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning is daarom archeologisch onderzoek noodzakelijk. Onderhavig rapport beschrijft de resultaten van het uitgevoerde archeologische proefsleuvenonderzoek, waarbij in totaal drie proefsleuven zijn gegraven (totaal ca. 200 m2). Resultaten Onder de huidige bouwvoor c.q. recente toplaag is een oud bouwlanddek aangetroffen. Het dek is niet nauwkeuriger te dateren dan de Nieuwe tijd. Het dek ligt op de pleistocene ondergrond die in het plangebied bestaat uit slecht gesorteerd zand, dat naast roestvorming ook sporadisch grind en lemige ‘schollen’ bevat. Het is moeilijk volledig vast te stellen, maar het betreft waarschijnlijk verspoeld pleistoceen dekzand. Een interpretatie als ‘afzettingen van de Formatie van Sterksel’ is echter ook mogelijk. Restanten van een podzolbodem zijn alleen in het westen van het plangebied aangetroffen (een Bhorizont). Elders ligt het bouwlanddek direct op de C-horizont. Dit wijst erop dat het relevante archeologisch niveau is afgetopt (vergraven en/of verploegd). In de top van het pleistocene zand zijn drie greppels aangetroffen die geïnterpreteerd zijn als perceelsgreppels uit de Nieuwe tijd (sporen van landgebruik). De ondiepe sporen bevinden zich aan de westzijde van het plangebied en liggen parallel aan de huidige Alphensebaan. Een greppel bevatte een oorfragment van steengoed dat uit de Late-Middeleeuwen/Nieuwe tijd dateert en een fragment baksteen dat waarschijnlijk uit de Nieuwe tijd dateert. Vergelijking met historisch kaartmateriaal heeft niet direct een duidelijke herkomst van de greppels opgeleverd. Conclusie Uit bovenstaande resultaten blijkt dat het proefsleuvenonderzoek in het plangebied geen behoudenswaardige archeologische vondsten en/of sporen heeft opgeleverd. Er zijn geen sporen en/of vondsten die de hoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten uit het Laat- Paleolithicum – Vroege-Middeleeuwen en de middelhoge verwachting op archeologische resten uit de Late-Middeleeuwen – Nieuwe tijd heeft kunnen bevestigen