Transect-rapport 1197: Archeologisch Bureauonderzoek. Noordwijkerhout, Schippersvaartweg 39, Gemeente Noordwijkerhout (ZH)

In maart 2017 is een archeologisch bureauonderzoek (BO) uitgevoerd in een plangebied aan de Schippersvaartweg 39 in Noordwijkerhout (gemeente Noordwijkerhout). De aanleiding van het onderzoek is de herontwikkeling van het gebied. Om deze herontwikkeling mogelijk te maken, dient hiervoor eerst een bestemmingsplanwijziging plaats te vinden, alvorens een omgevingsvergunning voor de werkzaamheden kan worden aangevraagd. Vanuit het archeologiebeleid van de gemeente Noordwijkerhout is in het kader van de aanvraag van een bestemmingsplanwijziging een archeologisch onderzoek ter onderbouwing van de voorgenomen ontwikkeling noodzakelijk. Deze rapportage geeft invulling aan die onderzoeksplicht. Conclusie Uit het archeologisch vooronderzoek blijkt dat het plangebied op een lage strandwal of in een strandvlakte ligt. De strandwallen hebben een hoge archeologische verwachting op resten uit de periode Neolithicum – Middeleeuwen, aangezien bewoning vaak plaatsvond op de flanken van de strandwallen. Ook vond vaak bewoning plaats langs de akkers, die eveneens meestal op hogere en droge plekken liggen. Dit houdt in dat er in het plangebied mogelijk sporen van bewoning en landgebruik uit deze periode aanwezig kunnen zijn. Direct ten westen van het plangebied wordt dit beeld in ieder geval bevestigd, aangezien daar resten van akkers uit de Bronstijd - IJzertijd aangetroffen. Sporen van latere bewoning (Nieuwe Tijd) zouden op de strandwal in theorie tevens aanwezig kunnen zijn, maar worden op basis van het historisch kaartmateriaal niet verwacht. In hoeverre nog resten en/of sporen aanwezig kunnen zijn hangt af van de intactheid van de bodem in het plangebied. De kans is groot dat de bodem omgezet is ten behoeve van bloembollenteelt en verstoord door de huidige bebouwing. Naar verwachting zal hiermee de bodem in het plangebied zijn aangetast, maar in welke mate, is onbekend. Waarschijnlijk is de top van de strandwal al wel verstoord, waardoor een eventuele vondstenlaag al verdwenen is. Sporen van bewoning en landgebruik kunnen nog wel aanwezig zijn