Optimalisatie van de incontinentieforfaits : Synthese

33 p.ill.,In ons land kunnen mensen met incontinentie onder bepaalde voorwaarden een jaarlijkse vaste vergoeding (forfait) van het RIZIV ontvangen. Aan het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) werd gevraagd om deze voorwaarden onder de loep te nemen, zodat ze beter aan de behoeften zouden voldoen en de toegankelijkheid zouden verbeteren. In 2016 ontvingen ongeveer 108.000 personen één van deze forfaits, op ongeveer 400.000 personen met verschillende graden van incontinentie. Niet alle mensen met incontinentie hebben recht op dit forfait, maar er is nood aan verduidelijking van de criteria. Bovendien wezen de geïnterviewde zorgverleners erop dat de forfaits bepaalde mensen eerder aanzetten tot het kopen van luiers, in plaats van het volgen van een behandeling. Er bestaan nochtans vrij doeltreffende behandelingen voor (het voorkomen en verminderen van) de meeste vormen van incontinentie. Het KCE beveelt daarom aan om patiënten en zorgverleners beter te informeren over de behandelmogelijkheden, en hen hiertoe zoveel mogelijk aan te moedigen – voor zover dit mogelijk is voor de patiënt -, voordat men zijn toevlucht neemt tot absorberende bescherming1. INLEIDING 5 -- 2. WAT IS INCONTINENTIE EN HOE WORDT HET BEHANDELD? 6 -- 2.1. DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN INCONTINENTIE 6 -- 2.1.1. Niet-neurologische urinaire incontinentie 6 -- 2.1.2. Urinaire incontinentie van neurologische oorsprong 7 -- 2.1.3. Fecale incontinentie 7 -- 2.2. AANPAK VAN (NIET-NEUROLOGISCHE) URINE-INCONTINENTIE 7 -- 2.2.1. Bij volwassenen (uitgezonderd ouderen) 7 -- 2.2.2. Bij kwetsbare ouderen en/of mensen met dementie.11 -- 2.2.3. Bij kinderen. 12 -- 2.3. AANPAK VAN NEUROLOGISCHE URINAIRE INCONTINENTIE 12 -- 2.4. AANPAK VAN FECALE INCONTINENTIE 12 -- 2.4.1. Bij volwassenen (uitgezonderd ouderen) 12 -- 2.4.2. Bij kwetsbare ouderen en/of mensen met dementie 13 -- 3. DE SITUATIE IN BELGIË 13 -- 3.1. PREVALENTIE 13 -- 3.2. WAT DEKT HET RIZIV VAN INCONTINENTIEMATERIAAL? 14 -- 3.3. RIZIV-FORFAITS VOOR INCONTINENTIE. 15 -- 3.3.1. Voorwaarden om een forfait te ontvangen. 17 -- 3.3.2. Kenmerken van de personen die de incontinentieforfaits ontvangen 18 -- 3.4. FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN EN TERUGBETALINGEN DOOR HET RIZIV VOOR BEHANDELINGEN 18 -- 3.4.1. Terugbetaling van kinesitherapiesessies voor pelvische reëducatie (RIZIV) 18 -- 3.4.2. Terugbetaling van een raadpleging bij een verpleegkundige (RIZIV) 19 -- 3.4.3. Terugbetaling van een behandeltraject in een continentiekliniek 19 -- 3.4.4. Terugbetaling van geneesmiddelen tegen incontinentie 19 -- 3.4.5. Terugbetaling van chirurgie 19 -- 3.5. FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGEN DOOR DE GEFEDEREERDE ENTITEITEN 19 -- 3.6. ANDERE TUSSENKOMSTEN 20 -- 3.7. ZORGKLOOF 20 -- 4. VOORSTELLEN TER VERBETERING VAN DE INCONTINENTIEFORFAITS 20 -- 4.1. MOET HET PRINCIPE VAN DE FORFAITS WORDEN HERBEKEKEN? 20 -- 4.2. ZIJN DE FORFAITS TOEGANKELIJK?. 21 -- 4.2.1. Voorstellen ter verbetering. 21 -- 4.3. DEKKEN DE TWEE FORFAITS DE VARIATIE AAN KOSTEN BIJ PATIËNTEN? 22 -- 4.3.1. Voorstellen ter verbetering. 23 -- 4.4. GROOT FORFAIT: KAN DE KATZ-SCHAAL VERVANGEN WORDEN DOOR DE BELRAI? 23 -- 4.4.1. Voorstellen ter verbetering. 24 -- 4.5. HET KLEIN FORFAIT: KAN BEHANDELING OPGELEGD WORDEN ALS VOORWAARDE? 25 -- 4.5.1. Voorstellen ter verbetering. 25 -- 4.6. KUNNEN DE COMPETENTIES VAN DE BETROKKEN ZORGVERLENERS BETER BENUT WORDEN? 26 -- 4.6.1. Voorstellen ter verbetering. 27 -- 4.7. ZETTEN DE HUIDIGE FORFAITS VOLDOENDE AAN TOT HET OPSTARTEN VAN EEN BEHANDELING? 27 -- 4.7.1. Voorstellen ter verbetering. 28 -- 4.8. KRIJGEN DE BETROKKEN PERSONEN NEUTRALE EN CORRECTE INFORMATIE OVER INCONTINENTIEMATERIAAL? 28 -- 4.8.1. Voorstellen ter verbetering. 29 -- 4.9. MOGELIJKE VERBETERINGEN IN DE MULTIDISCIPLINAIRE CENTRA 29 -- 4.9.1. Voorstellen ter verbetering. 29 -- 4.10. MOGELIJKE VERBETERINGEN BIJ DE VERDELING VAN DE FEDERALE/GEFEDEREERDE BEVOEGDHEDEN 30 -- 4.10.1. Voorstellen ter verbetering. 30 -- AANBEVELINGEN 3