Archeologisch vooronderzoek: een proefsleuvenonderzoek

Inleiding In opdracht van Jongen Projectontwikkeling heeft RAAP op 20 en 21 september 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het woonproject ‘Leiverse Velden’ te Leveroy in de gemeente Nederweert. Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de vindplaatsen. In het verlengde daarvan is in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Tijdens het onderzoek zijn verspreid over het plangebied (16.410 m2) 13 proefsleuven aangelegd met een totaal oppervlak van 1.195 m2. Dit komt neer op een dekkingsgraad van 7.28% van het totale plangebied. Resultaten Verspreid over de proefsleuven zijn verschillende archeologische resten aangetroffen. Het gaat om 28 spitsporen/-banen, 1 greppel, verschillende greppelclusters, 18 kuilen, 1 inkuilingskuil en 6 paalkuilen. Daarnaast zijn 18 vondstnummers uitgeschreven met in totaal vijf stuks vuursteen en 21 stuks aardewerk. Vindplaatsen Een groot deel van de aangetroffen sporen en vondsten zijn toe te schrijven aan drie vindplaatsen. Van oud naar jong betreft dit een vuursteenvindplaats uit de Steentijd, resten van bewoning/gebruik uit de Late Bronstijd/Romeinse tijd en zogenaamde off-site resten uit de Nieuwe Tijd. De vuursteenvindplaats is gevonden in sleuf 5 en bestaat uit vijf vuursteenartefacten, die niet nader te dateren zijn dan in de periode Mesolithicum/Neolithicum. De artefacten zijn opgenomen in de onderste akkerlaag, de ruimtelijke spreiding van de artefacten is hierdoor verstoord. Verspreid over het plangebied is aardewerk aangetroffen uit de Late Bronstijd/Romeinse tijd, met een concentratie in sleuf 6. De Romeinse tijd wordt hierbij met zekerheid vertegenwoordigd door een Dolium- en een ruwwandig gedraaid fragment. Ter plaatse van deze concentratie zijn vier vage paalkuilen gedocumenteerd. Ondanks uitbreiding rondom deze paalkuilen is in de samenhang van deze sporen geen structuur herkend. Mogelijk horen de paalkuilen toe aan een spieker uit de Romeinse tijd. In het plangebied zijn verschillende off-site resten gerelateerd aan het Nieuwe Tijd landgebruik gedocumenteerd. Deze resten betreffen sporen van beakkering, een 18/19de eeuwse weggreppel, sporen van moesbedden/zandwinning/grondverbetering en een inkuilingskuil. Waardering en advies Op basis van de waardering van de aangetroffen resten, waarbij is gekeken naar zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats, wordt geconcludeerd dat het gaat om niet behoudenswaardige vindplaatsen. Het selectieadvies luidt: vrijgeven