Plangebied De Staart in Houten, gemeente Houten; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (proefsleuven)

RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in maart 2012 een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met de voorgenomen aanleg van een fietstunnel en de uitbreiding van een bestaande watergang in plangebied De Staart in de gemeente Houten. In totaal zijn vier proefsleuven met een totale omvang van 401 m² aangelegd. Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek is vastgesteld dat er archeologische resten uit de Nieuwe tijd, waarschijnlijk verband houdend met de Felixhoeve, aanwezig zijn. Het betreft enkele greppels, kuilen en vondstmateriaal. Daarnaast zijn resten uit de Late Middeleeuwen aanwezig in de vorm van een greppel, paalkuil en vondstmateriaal. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn in totaal 262 vondsten verzameld uit verschillende materiaalcategorieën. De meeste vondsten zijn afkomstig uit een gesloten context en zijn goed dateerbaar.In aanvulling op het aardwetenschappelijk onderzoek blijkt in het plangebied een oeverpakket aanwezig waarin zeker vier vegetatiehorizonten zijn gevormd. Deze vegetatiehorizonten zijn potentiële bewoningsniveaus. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn geen aanwijzingen aan getroffen voor de aanwezigheid van vindplaatsen die te relateren zijn aan deze laklagen. Na overleg met het bevoegd gezag en conform het PvE is besloten om eerst de sporen in vlak 1 te couperen, documenteren en af te werken om vervolgens vlak 2 aan te kunnen leggen. Alle sporen in vlak 2 zijn eveneens gecoupeerd, gedocumenteerd en afgewerkt. Op deze wijze is tijdens en alleen op de locatie van dit proefsleuvenonderzoek een opgraving uitgevoerd. De aangetroffen vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn op basis van de fysieke en inhoudelijke kwaliteit als behoudenswaardig aangemerkt. Binnen de huidige plannen van de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de fietstunnel wordt in het plangebied echter geen vervolgonderzoek aanbevolen vanwege: -het feit dat de aangetroffen sporen in overleg met het bevoegd gezag allemaal zijn gecoupeerd en afgewerkt; -het feit dat binnen het plangebied alleen de locaties van de aan te leggen fietstunnel en watergangen zal worden verstoord en er dus mogelijk alleen nog tussen sleuven 1 en 3 archeologische sporen zullen worden verstoord. Het betreft een relatief klein oppervlak (ca. 30 m²); -het feit dat binnen dit oppervlak geen andere sporen verwacht worden dan een greppel of kuil uit de Nieuwe tijd; -het feit dat de vindplaats uit de Late Middeleeuwen zich (indien aanwezig) grotendeels buiten de te verstoren delen van het plangebied uitstrekt; -en het feit dat er geen aanwijzingen aangetroffen zijn voor de aanwezigheid van (prehistorische) archeologische vindplaatsen die te relateren zijn aan de vier vegetatiehorizonten binnen de oeverafzettingen (met name in de proefsleuven 3 en 4)