Bureauonderzoek

Op grond van de resultaten van het bureauonderzoek acht Archeodienst BV een archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk in de aangegeven zones in Fig. 3.1. Indien vervolgonderzoek noodzakelijk wordt geacht is de meest voorkomende vervolgstap een booronderzoek. Archeodienst is van mening dat een dergelijk onderzoek weinig informatie zal opleveren. Er is een grote kans dat laatmiddeleeuwse of jongere vondsten worden gedaan en aangezien eventuele resten al nabij het maaiveld verwacht worden is het lastig om recente verstoringen te onderscheiden van bebouwingsresten (die tevens als verstoringen zichtbaar zijn) uit de Late – Middeleeuwen tot Nieuwe tijd. Bovendien zijn veel van de zones waar vervolgonderzoek wenselijk is op dit moment in gebruik als weg en zijn er kabels en leidingen aanwezig die een booronderzoek bemoeilijken. De meest geschikte manier van vervolgonderzoek is in ogen van Archeodienst BV een archeologische begeleiding van de aanpassingen aan het rioolnet ter hoogte van de westzijde (ca. 525 m²) en het zuidelijke uiteinde (ca. 130 m²) van Rechthuisstraat en het zuidelijke uiteinde van de Ds. D.A. v.d. Boschstraat (ca. 350 m²) en ter hoogte van de kruising van de Oude Gemeneweg en de Ridder van Montfoortlaan (ca. 615 m²)