Watergang Park Bredius, gemeente Gooise Meren; archeologisch onderzoek

In opdracht van Gemeente Gooise Meren heeft RAAP op 30 augustus 2018 een archeologisch onderzoek uitgevoerd in verband met verbreding van een watergang in de gemeente Gooise meren. Deze opgraving (variant archeologische begeleiding) is het vervolg op een eerdere fase van bureauonderzoek en inventariserend onderzoek in de vorm van een archeologisch proefsleuvenonderzoek. Op grond van de resultaten daarvan werd geconcludeerd dat er mogelijk belangrijke archeologische waarden aanwezig zijn in het plangebied. Bij het proefsleufonderzoek werd een prehistorische boomstamkano aangetroffen, die uiteindelijk in situ beschermd is en op korte afstand van het plangebied ligt. Naar aanleiding van deze bevindingen werd aanbevolen om de eventuele resten ex situ veilig te stellen middels een opgraving, in de vorm van een archeologisch begeleiding. De geologische opbouw wijkt niet af van het beeld zoals dat na de eerdere onderzoeken bestond. Op gelaagde oeverafzettingen van het Vecht-systeem werd een laag komklei aangetroffen met in de top daarvan een laklaag, een verlandingsafzetting. Op deze laag ligt de boomstamkano die een stukje verderop is aangetroffen. Hierop heeft zich veen ontwikkeld waarop in de Nieuwe tijd door de mens grond is aangebracht om het gebied toegankelijk en vruchtbaar te maken. De oeverafzettingen zijn in de loop van de IJzertijd bewoonbaar geraakt, maar ook (snel?) weer afgedekt door de komklei. Het is onduidelijk wanneer deze vlakte toegankelijk raakte en weer verveende. Daarna is het gebied in de Nieuwe tijd bewoonbaar en/of bruikbaar gemaakt door grond op te brengen. Van eerdere sporen van ontginning, of tuininrichting zijn geen sporen aangetroffen. Uit de antropogeen opgebrachte laag zijn verspreid over het hele plangebied vondsten verzameld. Deze dateren uit de 16e t/m 19e eeuw en zijn typisch voor bijvoorbeeld uitgespreid stadsafval of opgebracht baggerslib uit grachten in een stedelijke context. Met deze opgraving is het onderzoek in het onderzoeksgebied en daarmee ook in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen er op dat in aangrenzende gebieden buiten het plangebied met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen