Plangebied Waterleiding Heinoseweg - Poppenallee te Dalfsen, gemeente Dalfsen: Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

In opdracht van BAM Infra & Water heeft RAAP op 19 februari 2019 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Waterleiding Heinoseweg - Poppenallee te Dalfsen. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. Binnen het gebied zal een nieuwe waterleiding worden gerealiseerd. Bijna geheel het plangebied valt landschappelijk in een dekzandvlakte zonder conserverend dek (code Edv09). Hiervoor geldt een lage verwachte dichtheid aan archeologische resten. Onderstaande historische elementen zijn hierop een uitzondering. Binnen locatie A geldt een hoge verwachting voor resten vanaf de late middeleeuwen (voorgangers van het huidige erf). Uit de boringen blijkt dat het archeologisch relevante niveau (top van de natuurlijke ondergrond) nog intact is. Op basis hiervan kan de hoge verwachting worden gehandhaafd. Binnen locatie B geldt een hoge verwachting wegens de ligging binnen de buffer rondom het havezathe-terrein Den Berg. De grenzen van het huidige terrein zijn echter zeer duidelijk. Aangezien het huidige huis op of nabij de locatie van de oorspronkelijke woning is gebouwd, is er geen reden aan te nemen dat er ook nog buiten de huidige gracht belangwekkende resten aanwezig zullen zijn. Ook zijn er geen ophogingslagen aangeboord die hierop wijzen. De hoge verwachting binnen onderzoekslocatie B kan worden bijgesteld naar laag. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat binnen locatie A (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen. Geadviseerd wordt binnen deze locatie een inventariserend veldonderzoek proefsleuven uit te voeren om de omvang, aard en datering van eventuele resten vast te stellen. Gezien de beperkte omvang van de civieltechnische werkzaamheden zou een dergelijk onderzoek gelijktijdig kunnen plaatsvinden in de vorm van een archeologische begeleiding. Binnen locatie B wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen