West-Friese Archeologische Notities 21

Het ligt in de planning om binnen het plangebied Cornelis Kuinweg 33 in Andijk het bouwvlak uit te breiden. Binnen het bouwvlak worden uitbreidingen van de bestaande schuurkassen (omvang 1,15 ha) en bedrijfshallen (0,67 ha) gebouwd. De rest van het bouwvlak zal in een latere fase verder worden ontwikkeld. Gezien de lichte fundering van de schuurkassen is in dit gedeelte van het plangebied de verstoring van de bodem minimaal en is in dit onderzoek gefocust op de locatie van de bedrijfshallen en de rest van het bouwvlak, ten oosten van de toekomstige schuurkassen. Op basis van het bureauonderzoek geldt binnen het plangebied in het oostelijk deel een hoge verwachting voor vindplaatsen uit de Bronstijd, in het westelijk deel een lage tot middelhoge verwachting. Deze verwachting is gebaseerd op het type ondergrond (op basis van de bodemkaart) in combinatie met onderzoek en vondstmeldingen in de nabije omgeving. Het verkennend booronderzoek (bestaande uit 9 boringen) in het oostelijk deel van het plangebied is uitgevoerd om twee onderzoeksdoelen te beantwoorden: - Onderzoeksdoel 1: Bepalen van de intactheid van de bodem en vaststellen of sprake is van grootschalige bodemverstoringen (met name eventuele gevolgen van ruilverkavelingswerkzaamheden in het verleden): Het bodemprofiel is geheel kalkrijk en de top van het bodemprofiel is diepgaand verstoord (variërend tussen de 60 en 170 cm – Mv). Hierdoor is het eventueel aanwezige Bronstijdniveau afgetopt. - Onderzoeksdoel 2: Indien het bodemprofiel intact is wordt het prehistorische landschap in kaart gebracht en daarmee de mogelijkheden voor bewoning in de Bronstijd: Vanwege bovenstaand is er geen sprake van een min of meer intact prehistorisch landschap. De hoge tot middelhoge archeologische verwachting voor intacte vindplaatsen uit de Bronstijd kan op basis van het verkennend booronderzoek naar beneden worden bijgesteld