Steekproefrapport 2019-02/02

In verband met de geplande aanleg van een betonpad is een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Hoofdweg 47 te Scharmer, gemeente Midden-Groningen, provincie Groningen. Ten behoeve van het pad zal de bovengrond worden afgegraven. Dit graafwerk betekent een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische resten in het gebied. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (protocol 4002) en een veldonderzoek, verkennende en karterende fase (IVO-O; protocol 4003). Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn acht boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en veertien boringen om te zoeken naar archeologische indicatoren. Omstreeks het einde van het neolithicum veranderde de omgeving van het plangebied aan de Hoofdweg 47 te Scharmer van een dekzandlandschap in een veenmoeras. Het plangebied ligt grotendeels op dekzandkoppen. De dichtstbij gelegen bekende archeologische waarde betreft een boerderijplaats uit de 16e – 17e eeuw driehonderd meter westelijk van het plangebied. Op vijfhonderd meter zuidwestelijk is in het verleden bewerkt vuursteen uit de steentijd gevonden. In het dekzand is op het hele traject een podzolbodem gevormd met uitzondering van het westelijke uiteinde. Dat betekent dat het gebied voorafgaand aan de vernatting en veenvorming langdurig droge omstandigheden heeft gekend. De bodem is redelijk bewaard gebleven. De enige diepe ingrepen die hebben plaatsgevonden zijn de aanleg van (voormalige) sloten geweest. Het onderzoek heeft geen archeologische vondsten opgeleverd zoals bewerkt vuursteen, brokken houtskool of scherven aardewerk. Doordat het plangebied tijdens de steentijd langdurig droog geweest is, lijkt het een geschikte vestigingsplek te zijn geweest voor de mens. Doordat de bodem redelijk bewaard gebleven is, kunnen diepere delen van archeologische grondsporen nog aanwezig zijn. Het onderzoek heeft echter geen vondsten opgeleverd waardoor er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten. selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers Aangezien het onderzoek geen archeologische vondsten heeft opgeleverd en aangezien er evenmin archeologische waarden bekend zijn uit de nabije omgeving adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen en het terrein op archeologische gronden vrij te geven voor de geplande aanleg van het betonpad. Wel wijzen wij erop dat als bij het graafwerk onverhoopt toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Midden-Groningen