Plangebied Zeeweg in Heiloo, Afsluiterschema S-2090, gemeente Heiloo; archeologisch onderzoek: een archeologische begeleiding (protocol proefsleuvenonderzoek)

In het plangebied zijn gasaansluitingen vervangen. Het betreft beperkte ingrepen omdat de bodem ter plaatse van de bestaande aansluitingen al verstoord is. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische vindplaatsen aanwezig. Omdat de bodemingrepen mogelijk bedreigend zijn voor eventuele archeologische resten in het plangebied is door het bevoegd gezag besloten dat in het kader van de Archeologische Monumenten Zorg de graafwerkzaamheden onder archeologische begeleiding dienen te worden uitgevoerd. Het doel van de archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek was het toetsen en aanvullen van de gespecificeerde archeologische verwachting met betrekking tot het onderzochte plangebied, waarbij de waardering (fysieke en inhoudelijke kwaliteit) van eventuele vindplaatsen voorop stond. Er zijn twee werkputten aangelegd. Werkput 1 ligt in het zuiden van de werklocatie langs de Zeeweg en betreft een noord-zuid georiënteerde sleuf van 10 x 3 m (32 m²). De diepte bedroeg circa 2 m -Mv (tot 2,05 m -NAP). Werkput 2 ligt in het noorden van de werklocatie, rond 40 m vanaf de Zeeweg. Deze werkput heeft een onregelmatig T-vorm en meet 25 m oost-west en 15 m noord-zuid (160 m²). De diepte van deze werkput varieert tussen 1 en 1,9 m -Mv (tot maximaal 2 m -NAP). Tijdens de archeologische begeleiding zijn geen archeologische grondsporen aangetroffen. De enige sporen zijn bodemlagen en recente verstoringen. Het vlak in werkput 1 bestaat uit geroerde grond. Het vlak in werkput 2 bestaat voor een groot deel uit geroerde grond. In het oosten van werkput 2, langs de randen van het vlak, is het duinzand aangetroffen. In de profielen zijn geen archeologische niveaus aangetroffen. Tijdens het onderzoek is slechts één vondst verzameld. Het betreft een limonadesiroop fles van Van Dijcks limonadefabriek uit Helmond en is verzameld uit de bouwvoor in de putrand van werkput 1. De eindconclusie is dat de werkzaamheden grotendeels in geroerde grond hebben plaatsgevonden. Er zijn geen aanwijzingen in de vlakken en profielen gevonden voor een archeologische vindplaats. Met deze archeologische begeleiding is het onderzoek in het plangebied afgesloten