Steekproefrapport 2019-01/06

In verband met de geplande bouw van een bedrijfshal is een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Kruizemuntweg 27 te Rijsenhout, gemeente Haarlemmermeer, provincie Noord-Holland. Voor realisatie van de plannen is graafwerk nodig zoals voor de aanleg van funderingen. Mogelijk vormen deze een bedreiging voor archeologische waarden in de bodem. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (protocol 4002) en een veldonderzoek, verkennende fase (IVO-O; protocol 4003). Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn 25 boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen. Het gaat om verkennende boringen die niet geschikt zijn voor het vaststellen van de af- of aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Omstreeks 3850 vC lag ter plaatse van de Kruizemuntweg te Rijsenhout een getijdengebied / waddengebied. Rond 2750 vC was dit veranderd in een uitgestrekt veenmoeras. Gezien de maaiveldhoogtes lijkt het plangebied op de oever te liggen van een voormalige getijgeul die noordwestelijk van het plangebied stroomde. Vondsten die in het verleden gedaan zijn in de zuidelijke Haarlemmermeerpolder betreffen vooral scherven aardewerk uit de late middeleeuwen. Ook zijn twee bijlen uit de periodes neolithicum en neolithicum – midden-ijzertijd gevonden. Tussen 1544 en 1740 is het plangebied opgeslokt door het groeiende Haarlemmermeer. In 1852 werd het meer drooggemalen. Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied op de oeverwal ligt van een voormalige getijgeul. Deze oeverwal lijkt tijdens het neolithicum enige tijd een geschikte verblijfplaats te zijn geweest voor de mens. Het gebied heeft een bouwvoor van circa 45 centimeter. Lokaal zijn diepere verstoringen aanwezig als gevolg van onder meer een voormalige kas. Daardoor zullen archeologische grondsporen sterk zijn aangetast. Het onderzoek heeft geen indicatoren opgeleverd zoals bewerkt vuursteen die aanwijzingen kunnen vormen voor een neolithische vindplaats. Evenmin zijn er scherven aardewerk of andere vondsten gedaan die met zekerheid dateren uit de middeleeuwen, voordat de Haarlemmermeer het gebied in beslag nam. selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers Aangezien eventuele archeologische resten in het plangebied sterk zullen zijn aangetast adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen en het terrein op archeologische gronden vrij te geven voor de geplande inrichting. Wel wijzen wij erop dat als bij toekomstig graafwerk onverhoopt toch archeologische vondsten worden gedaan of archeologische sporen worden aangetroffen, dat hiervan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Haarlemmermeer