Bureau voor Archeologie Rapport 525

Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoekuitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Spaarndamseweg 120te Haarlem. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4002. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied.De beoogde ingreep bestaat uit de gedeeltelijke sloop van de huidige bebouwing en de realisatie van een winkel- en wooncomplexHet plangebied ligt in het archeologisch landschap 'Duinen en strandwallen'. Het plangebied ligt binnen de strandvlakte ten oosten van de strandwal van Haarlem. Vanaf ca. 2000 jaar geleden is het plangebied bedekt met veen en wordt het veenriviertje de Spaarne actief waardoor er regelmatig overstromingen zijn. De strandvlakte is door de lage ligging niet aantrekkelijk voor bewoning tot de Late Middeleeuwen. In de 18e eeuw loopt door het plangebied een weg richting de buitenpaats Vruchtrijk. Uit milieukundige boringen die in het plangebied zijn gezet blijkt dat de ondergrond tot maximaal 400 cm -mv en minimaal 250 cm -mv bestaat uit een omgewerkt pakket. Het omgewerkte pakket bestaat uit een afwisseling van veen en zand. Onder het omgewerkte pakket ligt mineraalarm veen.De top de strandafzettingen (Laagpakket van Zandvoort) bevindt zich aan de oostrand van het plangebied dieper dan 4 m-mv (320 cm NAP). Ten westen van het plangebied ligt de top van deze afzettingen tussen 270 en 350 cm -mv (tussen -220 en -300 cm NAP). Dit niveau wordt mogelijk geroerd door graafwerkzaamheden bij de aanleg van de hellingbaan.In één milieukundige boring is boven het mineraalarme veenpakket een 20 cm dik zandlaagje aanwezig. Indien het zandlaagje een ingeblazen duinafzetting betreft vormt het gezien de geringe dikte geen potentieel archeologisch niveau.Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Bij de graafwerkzaamheden ter plaatse van de hellingbaan in de strandafzettingen dient men echter alert te zijn op eventuele toevalsvondsten gerelateerd aan de natte context. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2016. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Haarlem.De gemeente Haarlem heeft aangegeven dat indien de top van de strandafzettingen worden vergraven ter plaatse van de hellingbaan archeologisch vervolgonderzoek (in de vorm van een booronderzoek) noodzakelijk is