Bureau voor Archeologie Rapport 735

Bureau voor archeologie heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringenuitgevoerd in verband met bouwwerkzaamheden en het planten van bomen aan de Vissersdijk achter 70te Werkendam. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocollen 4002 en 4003. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied.In het plangebied wordt een huis gebouwd met parkeergelegenheden. Daarnaast wordt een notenboom gekapt en herplant en worden leilinden langs de west- en oostzijde van het plangebied geplant. Uit het bureauonderzoek blijkt dat in het plangebied een pakket Holocene rivierafzettingen aanwezig is van minstens tien meter dik. Deze zijn voornamelijk opgebouwd uit komafzettingen met een lage kans op aanwezigheid van archeologische resten. Omstreeks 300 v. Chr. wordt de Werken beddinggordel actief op ongeveer 150 meter ten noordoosten van het plangebied. Op oever- en crevasseafzettingen van de Werken kunnen archeologische resten uit de Late IJzertijd tot en met de Middeleeuwen aanwezig zijn. Op de beddinggordel zijn op andere locaties resten uit de Romeinse tijd aangetroffen. Tegen 1230 n. Chr. wordt de Werken afgedamd. Het dorp Werkendam bestond waarschijnlijk al eerder als Wirkinemunde, aan de monding van de Werken. Het plangebied ligt ten westen van één van de oudste dijken van het dorp, naast het historische bebouwingslint.In 1421 breken tijdens de tweede Sint-Elizabethsvloed de dijken door en wordt een overstromingspakket in het plangebied afgezet. Dit pakket wordt na verloop van tijd ingepolderd en opnieuw in gebruik genomen als landbouwgrond. Het plangebied ligt ten westen van de Vissersdijk. Het plangebied is in ieder geval vanaf het begin van de 19e eeuw als boomgaard in gebruik.In het plangebied zijn vijf boringen gezet met einddieptes van 250 tot 400 cm -mv. Onder een pakket opgebrachte en omgewerkte grond van 45 tot 120 cm dik liggen overstromingsafzettingen van de Merwede. Daaronder ligt een pakket komafzettingen, waarvan de top tussen 110 en 200 cm -mv ligt, die waarschijnlijk door getijden zijn afgezet. Deze bedekken een pakket overstromingsafzettingen waarvan de top tussen 200 en 280 cm -mv ligt. Waarschijnlijk betreft het afzettingen van de Sint-Elizabethsvloed met daaronder crevasse- en oeverafzettingen van de Werken beddinggordel. Een overgang tussen afzettingen van de Werken en Sint-Elizabethsvloed is niet aangetroffen. Waarschijnlijk hebben de afzettingen een gelijkvormige textuur, kleur en bijmengingen. Er zijn geen archeologische lagen of indicatoren aangetroffen.Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat bij de graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen op plaatsen en dieptes waar die niet worden verwacht. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2015. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Werkendam