Bureau voor Archeologie Rapport 666

Bureau voor Archeologie heeft een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringenuitgevoerd voor bouwwerkzaamheden aan de Dorpsstraat 174-176te Assendelft. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4003. De beoogde ingreep bestaat uit de sloop van een woning en de bouw van appartementen. Bij de bouw vinden graafwerkzaamheden ten behoeve van de aanleg van funderingen plaats. De diepte van deze graafwerkzaamheden is niet precies bekend, maar overschrijdt mogelijk de vrijstellingsgrens van 50 cm. De nieuwbouw zal worden onderheid. Er zijn geen kelders voorzien.Het plangebied ligt in een veengebied dat aan het begin van de Late Middeleeuwen is ontgonnen. In het plangebied kunnen resten gerelateerd aan bewoning langs ontginningsassen, huisplaatsen (eventueel verhoogd, terp), en achterliggende erven aanwezig zijn.In het plangebied zijn tien boringen gezet tot maximaal 280 cm -mv. Hieruit blijkt dat de natuurlijke ondergrond bestaat uit veen. De top van het veen is veraard. In twee boorprofielen is een dunnen laag kleiafzettingen aanwezig, vermoedelijk komafzettingen van het IJ. Op de natuurlijke afzettingen ligt een heterogeen pakket grind, veen en zand. Het pakket is 61 tot 140 cm dik. Dit pakket is in de 20e eeuw ontstaan door de bouw van de woningen, en door de sloop van de westelijke woning. Langs de openbare weg is een 20e eeuwse slootvulling aanwezig.Er zijn geen aanwijzingen zoals archeologische indicatoren, doorwerkte cultuurlagen of terplagen die een aanwijzing vormen voor de aanwezigheid van archeologische resten. Bureau voor Archeologie adviseert het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten dat toch archeologische resten worden aangetroffen bij de graafwerkzaamheden. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2015. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Zaanstad