Archeologisch onderzoek: een (beperkte) opgraving en archeologische begeleiding

In opdracht van Dela Vastgoed B.V. heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november en december 2012 een opgraving uitgevoerd gevolgd door een archeologische begeleiding in verband met nieuwbouw aan de Grote Houtstraat 93 in de gemeente Haarlem. Op basis van het vooronderzoek (bureau- en inventariserend veldonderzoek) werden resten verwacht van de voormalige bebouwing die in het plangebied heeft gestaan. Daarbij ging het met name om een kelder die op oude bouwtekeningen uit de 20e eeuw staan aangegeven. Verwacht werd dat in de natuurlijke afzettingen ook oudere resten aanwezig kunnen zijn. Op basis van de beperkte diepte van de geplande ingrepen werd vooraf echter ingeschat dat de natuurlijke afzettingen niet bereikt zullen worden tijdens de werkzaamheden. De verwachte kelder is inderdaad aangetroffen, naast een tweede kelder die nog niet bekend was. Het gaat om kelders die vermoedelijk beide bij de voormalige (18e/)19e eeuwse bebouwing in het plangebied hebben gehoord, bijvoorbeeld als een kolenkelder. Ook enkele van de funderingen die in het plan gebied rond deze kelders zijn gevonden, kunnen aan deze bebouwing worden gekoppeld. Van wege de datering van beide kelders (18e eeuw of jonger) worden zij als niet behoudenswaardig beschouwd. Bij de ontgraving zijn ook drie waterputten gevonden, die op basis van hun ligging ten opzichte van de historische bebouwing in de 17e eeuw worden gedateerd. Mogelijk werd het water uit de putten via een waterpomp omhoog gepompt, vanwege de koepel op de putten. Dit kon echter niet met zekerheid worden vastgesteld. De waterputten zullen voor de watervoorziening van de bewoners hebben gediend. Naast waterputten is ook een deel van de 17e eeuwse tuininrichting (in de vorm van een schelpenpad) gevonden. Tenslotte zijn mogelijk ook twee delen van de achtergevel van een laat 16e/vroeg17e eeuwse lansghuis gevonden. Het muurrestant S 1 en de uitbrsaaksleuf S 101 worden vooralsnog als zodanig geïnterpreteerd. Deze oudere resten worden wel als behoudenswaardig beschouwd. Zij zullen door de geplande werkzaamheden echter niet worden verstoord, aangezien zij aangetroffen zijn op de maximale ontgravingssdiepte van het cunet voor de nieuwbouw. De water- of beerputten zullen derhalve in situ behouden blijven