Bureau voor Archeologie Rapport 662

Bureau voor Archeologie heeft een bureauonderzoekuitgevoerd voor grondwerkzaamheden aan de Herenweg 119te Breukeleveen. De vraagstelling van het onderzoek luidt: hoe kan rekening gehouden worden met eventuele archeologische waarden bij de voorgenomen ontwikkeling? Het onderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de richtlijnen van de KNA, protocol 4002. In het kader van het onderzoek zijn kaarten, databases en literatuur geraadpleegd om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting van het gebied.De beoogde ingreep bestaat uit de bouw van een woning, ongeveer op de plek waar nu ook een woning staat. Daarnaast worden de steigers en kades gerenoveerd en wordt een botenhelling verwijderd. Het plangebied ligt in het archeologisch landschap 'Hollands-Utrechts veengebied'. De top van het Pleistoceen ligt op tussen -4 en -5 m NAP. Dit niveau heeft lange tijd aan het oppervlak gelegen, en is tussen 5500 en 3850 v. Chr. bedekt geraakt met veen. De Herenweg is een ontginningsas uit begin 15e eeuw. De westelijk gelegen Loosdrechtse plassen zijn in de Nieuwe tijd verveend.In het plangebied ligt een 20e eeuwse (verontreinigde) ophooglaag. Deze ophooglaag is 50 tot 150 cm dik. De top van het bodemprofiel onder de 20e eeuwse ophoging ligt op circa -1 m NAP. Daaronder kan het bodemprofiel, voor zover niet vergraven bij de bouw van de 20e eeuwse woning, intact zijn.Op basis van de landschappelijke ligging langs een ontginningslint kunnen in het plangebied resten aanwezig zijn gerelateerd aan bewoning uit de Late Middeleeuwen. De top van dit archeologisch niveau ligt op -1 m NAP of dieper (onder de 20e eeuwse ophogingslaag). Op grotere diepte (tussen -4 en -5 m NAP) ligt de top van het dekzand. Hierin kunnen resten uit de periode Paleolithicum tot en met Vroeg Neolithicum aanwezig zijn.Indien niet dieper gegraven wordt dan -1 m NAP is de kans klein dat archeologische waarden worden vergraven. Wel zullen deze worden doorboord door funderingspalen. Het aanbrengen van funderingspalen kan als toelaatbare verstoring mits het oppervlak van de palen niet meer dan 1% van het te bebouwen oppervlak omvat (extensief palenplan). In dat geval kan het plangebied wat betreft archeologische waarden vrijgegeven worden voor de beoogde ontwikkeling.Indien aan deze randvoorwaarden niet kan worden voldaan, wordt aanbevolen het plangebied nader te onderzoeken door middel van een verkennend en karterend booronderzoek. Dit onderzoek is met grote zorgvuldigheid uitgevoerd. Het is echter nooit uit te sluiten bij graafwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen op plaatsen en dieptes waar die niet worden verwacht. Eventuele archeologische resten is men verplicht te melden bij de Minister van OCW in overeenstemming met de Erfgoedwet uit 2015. In dit geval wordt aangeraden om contact op te nemen met de gemeente Wijdemeren