BOORrapporten 633

In opdracht van Annemarieke van Dooren Architect heeft de afdeling Onderzoek en Rapportage van het Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) van de gemeente Rotterdam in mei 2017 een verkennend inventariserend veldonderzoek uitgevoerd in het plangebied Dresdenlaan 9-11 te Rotterdam. In totaal zijn verspreid over het plangebied vier boringen verricht. Er is geboord tot maximaal 5 m - mv (10,89 m - NAP). Voorafgaand aan het veldonderzoek is voor het plangebied een bureauonderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is verricht omdat er bij de nieuwbouw van een villa met een kelder, grondwerkzaamheden plaats zullen vinden. De ontgravingsdiepte zal op de locatie van de kelder reiken tot ongeveer 3 m - mv. Indien archeologische waarden aanwezig zijn, kunnen deze door het graafwerk worden aangetast of vernietigd. In het bureauonderzoek is onder meer gekeken naar de historische situatie, de bodemopbouw en de bekende archeologische waarden in (de omgeving van) het plangebied. De mogelijke aanwezigheid van een fossiele rivierloop met oeverafzettingen in de ondergrond (Formatie van Echteld) maakt dat er een verhoogde kans is op het voorkomen van archeologische vindplaatsen uit de periodes Laat-Mesolithicum en Vroeg-Neolithicum. Dichter bij de oppervlakte is er een kleine kans op archeologische vindplaatsen uit het Neolithicum (Formatie van Echteld en aan het oppervlak Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer). Na het Neolithicum wordt er tot in de Middeleeuwen een meters dik veenpakket gevormd (Formatie van Nieuwkoop). Dit veen is echter in de 17e -18e eeuw afgegraven voor de winning van turf. Er is dus geen archeologische verwachting voor de periode na het Neolithicum, met uitzondering van de periode ná het droogmaken circa 1780, van de door de turfwinning ontstane plassen (Boterdorpse Polder). Uit het onderzoek met de boringen blijkt dat de fossiele rivierloop niet is aangetroffen binnen de maximaal bereikte diepte van 5 m - mv (10,89 m - NAP). Er zijn wel komafzettingen uit de periode van de rivierafzettingen van de Formatie van Echteld aangetroffen, maar deze waren te nat en laag voor menselijke activiteiten. Er is een oudere en een jongere laag van de komafzettingen aangetroffen, onderbroken door twee dunne lagen veen die tot de Formatie van Nieuwkoop gerekend kunnen worden. Het bovenste klastische pakket in de boringen behoort tot de Formatie van Naaldwijk (Laagpakket van Wormer). De top van deze afzettingen is verstoord en opgenomen in de “bouwvoor” na de turfwinning en de daaropvolgende plasvorming, droogmakerij en latere grondbewerking. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat er binnen de geplande ontgravingsdiepte van 3 m - mv geen stratigrafische niveaus met archeologische potentie aanwezig zijn in het plangebied. Alleen de aan te brengen heipalen reiken tot in de stroomgordel met verhoogde archeologische verwachting in de ondergrond. Deze verstoring is echter zeer beperkt. Op grond van het bureauonderzoek en het verkennend inventariserend veldonderzoek luidt de aanbeveling voor het plangebied Dresdenlaan 9-11 te Rotterdam dat er geen voorzieningen hoeven te worden getroffen om archeologische waarden te behouden of te ontzien. Zonder verder archeologisch onderzoek kan worden gestart met de voorgenomen werkzaamheden