SWECO ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 2144

In opdracht van TenneT heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de aanleg van de XLPE kabel voor het tracé ESDV-ESDH. Het tracé ligt in het noordelijk deel van de bebouwde kom van Enschede en heeft een lengte van circa 3.200 m. Het tracé ligt op de westelijke flank van de stuwwal van Enschede. Dergelijke zones op de overgang van de relatief hoog gelegen stuwwaltop en de lager gelegen dekzandlandschappen waren vanaf de vroegste aanwezigheid van de mens in dit gebied gunstige locaties voor bewoning en landbouw. De archeologische verwachting voor de periode Steentijd is laag. Voor de periode Neolithicum-Nieuwe tijd is de archeologische verwachting middelhoog. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt voor het plangebied geadviseerd een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen uit te voeren op het gedeelte waarde nieuwe kabel door middel van open ontgraving zal worden aangelegd. Hierbij worden op delen met een middelhoge/hoge archeologische verwachting op het tracé om de 50 m verkennende boringen uitgevoerd (overeenkomend met een boordichtheid van zes boringen per hectare) tot een diepte van 0,3 m onder het diepste niveau van de leidingsleuf. Ter plaatse van de in- en uittredepunten van de gestuurde boringen dienen per locatie twee boringen uitgevoerd te worden tot een diepte van 0,3 m onder het diepste niveau van de voorgenomen ontgraving. Doel is de mate van gaafheid van de bodemopbouw vast te stellen (diepte en lengte) en daarmee kansrijke locaties voor mogelijk aanwezige archeologische waarden te begrenzen. Op die kansrijke locaties zullen aanvullende karterende boringen uit gevoerd moeten worden om die waarden daadwerkelijk op te sporen en nader te begrenzen en te duiden