SWECO ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 2114

In opdracht van Prolander heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plangebied Inrichtingsplan Geelbroek ten westen van Assen. De aanleiding voor dit onderzoek is de herinrichting van het gebied tot natuurgebied. In eerder uitgevoerd inventariserend veldonderzoek (IVO) is voor een groter plangebied (Laaghalen) bij een aantal ingrepen al booronderzoek uitgevoerd. De resultaten uit dat eerdere veldonderzoek zijn verwerkt in het onderhavige onderzoek. Het plangebied bestaat uit een beekdal en is één van de brongebieden van de Drentsche Aa. Het plangebied bestaat geomorfologisch en bodemkundig uit een beekdallandschap en een dekzandlandschap met ieder kenmerkende bodemtypen. In dit gebied liggen verscheidene kleine cirkelvormige laagtes, waarvan enkele waarschijnlijk pingoruïnes zijn. Binnen de begrenzingen van het plangebied ligt één AMK-terrein (monumentnummer 9008) en in het zuiden overlapt het plangebied met een ander AMK-terrein (monumentnummer 14273). Verder zijn in het plangebied zeven vondstmeldingen geregistreerd en zijn enkele archeologische (veld)onderzoeken uitgevoerd. Op basis van de landschappelijke kenmerken en de bekende archeologische waarden in en rond het plangebied, is de archeologische verwachting plaatselijk middelhoog voor bewoningsresten uit de Steentijd op de relatief hogere delen van het gebied (dekzandopduikingen). Voor de lagere delen in het gebied (beekdallandschap) is de archeologische verwachting laag voor bewoningsresten. Wel kunnen in de zones waar veen ondiep aanwezig is, losse vondsten aangetroffen worden in de vorm van depotvondsten en allerlei beekdal gerelateerde structuren en vondsten. Binnen het plangebied ligt een archeologisch monument (AMK-terrein 9008). Uitgangspunt voor archeologische monumenten is behoud in situ. Hoewel hier geen bodemingrepen staan gepland wordt wel geadviseerd de aannemer van eventuele werkzaamheden in de directe omgeving van deze vindplaats rekening te laten houden met deze locatie en dit door middel van markeringen aan te geven, inclusief een bufferzone van 50 m. Werkzaamheden in het kader van maatregel 2 (afdammen bestaande sloten/greppels) zullen de bestaande verkavelingsstructuur, die mogelijk teruggaat tot de Late Middeleeuwen, niet volledig doen verdwijnen. Op basis van raadpleging van de kaart met mogelijke pingoruïnes is vastgesteld dat er geen maatregelen met bodemingrepen plaatsvinden op deze locaties binnen het plangebied Ter plaatse van vier nieuwe maatregelen (8, 9, 15, 19 en aanleg onderhoudspad vanaf maatregel 12 naar zuiden) die in het eerder uitgevoerde onderzoek niet zijn onderzocht, wordt geadviseerd een inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boor-onderzoek uit te voeren. Doel hierbij is de mate van gaafheid van de bodemopbouw vast te stellen en daarmee eventuele kansrijke zones voor archeologische vindplaatsen te markeren. In het overleg op 31 januari 2018 tussen Prolander en bevoegde overheden is vastgesteld dat van deze vier maatregelen alleen maatregel 19 nader onderzocht dient te worden