Steekproefrapport 2018-05/07

Er is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Flierenhofstraat 10, tussen de Flierenhofstraat en de Franciscusstraat te Bemmel, gemeente Lingewaard, provincie Gelderland. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande bouw van een garage/schuur op het terrein. Deze wordt niet onderkelderd of diep gefundeerd maar komt op een enkele decimeters dikke betonplaat. Omdat de fundering van deze betonplaat (tot 70 cm onder maaiveld) de maximale ingreepdiepte van dertig centimeter plaatselijk overschrijdt, is de uitvoering van een archeologisch onderzoek verplicht. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek. Voor het plangebied geldt een hoge verwachting voor bewoningsresten uit de steentijd vanaf het laat-paleolithicum in de top van in de ondergrond aanwezig duinzand. Voor de hierboven gelegen afzettingen geldt een hoge verwachting voor resten uit de ijzertijd tot en met de late middeleeuwen. Voor de nieuwe tijd geldt hooguit een middelhoge verwachting in verband met de ligging tot in de negentiende eeuw in een boomgaard. Om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen zijn in het plangebied zes boringen geplaatst. Hiervoor is gebruik gemaakt van een guts en een megaboor. Uit de resultaten van het booronderzoek blijkt dat de bodem in het plangebied tot een diepte van zestig tot zeventig centimeter is verstoord. Uit de aanwezigheid in deze laag van relatief moderne sloopresten blijkt dat het om twintigste eeuwse bodemverstoring gaat die waarschijnlijk samenhangt met de bouw en sloop van twintigste eeuwse schuren in het plangebied. In de onder de verstoorde toplaag aangetroffen klei- en zandafzettingen zijn geen vegetatie-horizonten of anderszins vuile lagen aangetroffen die met bewoningsresten uit het (verre) verleden samen zouden kunnen hangen. Ondanks het naboren met een megaboor zijn in geen van de boringen relevante archeologische indicatoren gevonden. Dit geldt ook voor de top van het duinzand. Zelfs houtskooldeeltjes, die gewoonlijk in een ruime spreiding rond steentijd-vindplaatsen voorkomen, ontbreken volledig. Selectieadvies (KNA 4.0 VS07) door drs. R.P. Exaltus, senior KNA-prospector. In verband met het (ondanks de hoge boordichtheid) volledig ontbreken van relevante archeologische indicatoren, alsmede in verband met de moderne verstoring van de bodem tot ver onder de onderdiepte van de geplande betonvloer, geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding tot het adviseren van vervolgonderzoek