Een archeologisch bureau en verkennend booronderzoek

Inleiding In opdracht van Van Son Services heeft RAAP een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd in plangebied Rijksweg 97 te Dorst, gemeente Oosterhout. Het doel van het onderzoek was het verkrijgen van inzicht in de archeologische resten die in het plangebied verwacht worden en de (te verwachten) fysieke kwaliteit daarvan. Middels het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over de landschappelijke en archeologische context van het plangebied, op basis waarvan een archeologische verwachting is opgesteld. Deze gegevens zijn middels een booronderzoek in het veld getoetst. Landschap Op de geomorfologische kaart ligt het plangebied in een zone met terrasafzettingswelvingen. Volgens de bodemkaart komt in het plangebied een hoge zwarte enkeerdgrond (esdek) voor. Het verkennend booronderzoek heeft uitgewezen dat er in een gedeelte van het plangebied er een esdek aanwezig is, maar dat dit gedeeltelijk is verstoord. Een eventueel archeologisch niveau zou zich tussen de 45 en 90 cm kunnen bevinden, dat wil zeggen direct onder het esdek. Archeologie & historie Volgens ARCHIS 3 bevinden zich in het plangebied zelf geen (bekende) archeologische vindplaatsen. In het gebied eromheen (straal van ca. 500 m) bevinden zich vijf vindplaatsen, allemaal uit de Nieuwe tijd en behalve de resten van een kerkhof in Dorst, allemaal gerelateerd aan landbouw (akkers) en bijbehorende infrastructuur (zoals greppels, wegen) uit de Nieuwe tijd. Tot 1935 is het plangebied onbebouwd geweest, en maakte het del uit van akkerland rondom Dorst. In 1935 verschijnt de voorloper van het huidige woonhuis langs de Rijksweg en in 2011 verschijnen de overige gebouwen. Archeologische verwachting Er geldt een lage verwachting voor vindplaatsen van jager -verzamelaars uit de periode Paleolithicum-Neolithicum, en een middelhoge verwachting voor vindplaatsen (vooral infrastructuur) van landbouwers uit de periode Neolithicum-Late Middeleeuwen. Aanbeveling Omdat er slechts een kleine kans is op het verstoren van archeologische resten, wordt verder archeologisch onderzoek niet zinvol geacht