Inventariserend veldonderzoek, verkennende fase

Vanuit de IDDS groep heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv in opdracht van P.A.M. Teunissen Architectenburo een archeologisch onderzoek uitgevoerd aan de Veurseweg 214 in Voorschoten, gemeente Voorschoten. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande sloop van de huidige bebouwing die plaats moet maken voor een nieuwe bedrijfsloods. De nieuwe loods komt nagenoeg op dezelfde locatie te staan als de huidige. Het archeologisch onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van grondboringen. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt verwacht dat het plangebied op een strandwal ligt. Voor dit landschapstype geldt over het algemeen een hoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten vanaf het Neolithicum. De aanwezigheid van een aantal laatmiddeleeuwse kastelen in de directe omgeving van het plangebied vergroot de kans op de aanwezigheid van archeologische resten uit deze periode in het plangebied. Een middeleeuwse kasteel zal zich naar verwachting niet in het plangebied bevinden, aangezien onderzoek in het plangebied naar het laatmiddeleeuwse Rosenburgh uit 1952, uitgevoerd door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, een negatief resultaat opleverde. Uit het veldonderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied volledig verstoord is geraakt door de aanleg van de bestaande bebouwing in het plangebied. Als gevolg van de tijdens het booronderzoek aangetroffen verstoringen is de kans klein dat zich nog intact archeologische resten in het plangebied zullen bevinden. De specifieke archeologische verwachting voor het plangebied kan derhalve worden bijgesteld naar een lage archeologische verwachting. Op basis van de resultaten van het Inventariserend Veldonderzoek wordt geadviseerd om geen vervolgonderzoek uit te laten voeren