Een archeologische begeleiding

Inleiding In 2010 zijn in opdracht van Waterschap Peel en Maasvallei diverse natuurinrichtingsmaat regelen in het beekdal van de Neerbeek ter hoogte van Neer archeologisch begeleid door RAAP Archeologisch Adviesbureau. De werkzaamheden bestonden voornamelijk uit het graven van poelen, het laten hermeanderen van de Neerbeek, taludverflauwingen en bouwvoorverschraling langs de beekloop. Deze graafwerkzaamheden zijn, conform het goedgekeurde Programma van Eisen, ter plaatse begeleid, naar gelang de geldende archeologische verwachting intensief dan wel extensief. Tijdens de archeologische begeleiding zijn in totaal tien vindplaatsen ontdekt, waarvan er drie als behoudenswaardig werden beschouwd. Het betreft respectievelijk de vindplaatsen 1, 4 en 5. De overige vindplaatsen omvatten losse vondsten. Behoudenswaardige vindplaatsen, daaren tegen, zijn sites die omwille van zowel hun inhoudelijke als fysieke eigenschappen een hoge archeologische waarde bezitten. Wanneer behoudenswaardige vindplaatsen aan het licht komen, zijn er in de regel twee mogelijke vervolgtrajecten, namelijk de bescherming van de vindplaatsen in situ of ex situ. Bij behoud in situ worden de inrichtingsplannen aangepast, zodat de vindplaatsen ter plaatse bewaard kunnen blijven. Bij bescherming ex situ is planaan passing of -inpassing niet mogelijk, zodat de vindplaatsen vlakdekkend moeten worden opge graven. De voorkeur geniet bescherming in situ omdat hiermee enerzijds het archeologisch erfgoed wordt veilig gesteld en anderzijds de hoge kosten worden vermeden, die met een opgraving gepaard gaan