2018-08/07

In verband met een wijziging van het bestemmingsplan is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Europaweg te Zuidbroek, gemeente Midden-Groningen, provincie Groningen. Op het moment van onderzoek was nog niet bekend hoe het terrein ingericht zal worden en welke bodemingrepen daarvoor nodig zijn. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen of er bij toekomstig graafwerk rekening gehouden dient te worden met archeologische resten in het gebied. Het inventariserend onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek (protocol 4002) en een veldonderzoek, verkennende en karterende fase (IVO-O; protocol 4003). Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens het veldonderzoek zijn twintig boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren zoals scherven aardewerk. Omstreeks het einde van de steentijd veranderde het plangebied van een dekzandlandschap in een veenmoeras. Aan het eind van de middeleeuwen was er een sterke uitbreiding van de Dollard die zijn maximale omvang kreeg aan het begin van de zestiende eeuw. Uit het plangebied zijn geen archeologische waarden bekend. Archeologische resten uit de omgeving dateren uit de middeleeuwen of nieuwe tijd. In de ondergrond van het plangebied ligt potklei. Hierop liggen een pakket dekzand, circa 0,2 meter veen (in het westen en zuiden) en een halve meter Dollardklei. De bodem is goed bewaard gebleven, zodat eventueel aanwezige archeologische grondsporen uit zowel de steentijd als de middeleeuwen in goede staat kunnen verkeren. Maar het zand is doorgaans nat geweest waardoor het gebied tijdens de steentijd geen geschikte vestigingsplek lijkt te zijn geweest voor de mens. Uit de middeleeuwen is een bouwvoor in veen bewaard gebleven wat wijst op gebruik van het gebied als landbouwgrond in die tijd. Ook zijn op een diepte van 90 tot 95 centimeter houtresten gevonden die zijn afgedekt door Dollardklei. Waarschijnlijk is hier een spoor van een greppel of iets dergelijks aangeboord. In het veen zijn geen indicatoren zoals scherven aardewerk, bot of puin gevonden. selectieadvies door senior KNA-archeoloog en -prospector dr. J. Jelsma Om de vermoedelijke grondsporen beter te kunnen onderzoeken en hun ligging, datering, en waarde te kunnen bepalen, wordt geadviseerd om enkele proefsleuven te graven in het plangebied. Voorgesteld wordt om 5% van het plangebied (dus circa 400 m2) te onderzoeken. Het graven van proefsleuven moet worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd bedrijf (SIKB BRL 4000, protocol 4003). Voorafgaand aan het veldonderzoek moet een Programma van Eisen worden opgesteld dat door de bevoegde overheid, de gemeente Midden-Groningen, moet worden goedgekeurd. Dit selectieadvies is ter toetsing voorgelegd aan de gemeente Midden-Groningen en diens archeologisch adviseur, Libau. De gemeente heeft per e-mail op 6 december 2018 aangegeven het advies van De Steekproef over te nemen